‘Geen verplichte braak voor Veenkoloniën'

Volgens beide partijen zijn door ruilverkaveling in het verleden de minder productieve gronden al uit productie genomen. Het nu beschikbare akkerland is hard nodig voor de boeren om inkomen te genereren en de zetmeelaardappelverwerkende industrie heeft volop betaalbare grondstoffen nodig om de concurrentie op de Europese voedingsmarkt aan te kunnen, aldus LTO.
Duur akkerland
Volgens de Brusselse plannen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid moet 5 procent van het akkerland een ecologische focus krijgen. Er zijn mogelijkheden om daar invulling aan te geven zonder dat er duur akkerland uit productie genomen hoeft te worden, stellen de LTO werkgroep en Avebe. De overheid moet dan wel bereid zijn om de maatregelen die daarvoor geschikt zijn te willen erkennen. Gebeurt dat niet, dan betekent dit dat akkerbouwers in het Veenkoloniale gebied vruchtbaar akkerland uit productie moeten nemen. ‘Het kan niet anders zijn dat daardoor de kostprijs voor de grondstof van de zetmeelketen oploopt en dat tegelijk de boeren inkomen mislopen van een deel van hun primaire productiefactor: grond’, verklaren beide partijen.
Halvering inkomenstoeslagen
De verplichte braak is voor het zetmeelaardappeltelend gebied extra belastend, omdat dit gebied door de herverdeling van de toeslagrechten al zwaar wordt aangetast. De herverdeling betekent globaal een halvering van de inkomenstoeslagen vanaf 2015 tot 2019, aldus LTO. ‘Het is zeker niet ondenkbeeldig dat daardoor bij een aantal akkerbouwbedrijven financiële problemen zullen ontstaan.’