Vijftien partijen slaan handen ineen voor akkervogels in Flevoland

Er zijn dringend extra inspanningen nodig voor de akkervogels in Flevoland. Dat stellen vijftien organisaties die zich hier sterk voor maken. Zij hebben daarom het Actieplan Akkervogels Flevoland 2024-2033 opgesteld.

Gisteren is het Actieplan Akkervogels Flevoland overhandigd aan Flevolands gedeputeerden Harold Hofstra (natuur) en Jan Klopman (landbouw). Rode draad in het actieplan is het verhogen van de kwaliteit van ‘akkervogellandschappen’, aldus de vijftien organisatie achter het plan. ‘Daaraan kunnen alle beheerders van de groene ruimte een belangrijke bijdrage leveren’, lichten zij toe. ‘Hoewel veel soorten - net als elders in Nederland - afnemen, is Flevoland nog steeds een belangrijke provincie voor karakteristieke akkervogels zoals de graspieper, gele kwikstaart, kievit en scholekster. Daarnaast is in Flevoland de zomertortel als schaarse broedvogel aanwezig.'

1.800 hectare

Boeren voeren op ruim 1.800 hectare landbouwgrond beheermaatregelen uit en enkele honderden hectares natuurgebied worden mede voor akker- en weidevogels beheerd. 'Die inspanningen blijken echter niet voldoende', aldus de organisaties. 'Veel soorten zijn verder in de verdrukking gekomen. Er is een omvattende aanpak nodig om de kwaliteit van het Flevolandse landschap voor akkervogels te versterken.' Met de maatregelen in het actieplan, waaraan vijftien partijen zich hebben gecommitteerd, moet de afname over tien jaar zijn omgebogen naar groei.

Kwaliteit landschap centraal

Volgens het plan moet onder meer een visie worden ontwikkeld op de 'optimale Flevolandse akkervogellandschappen, omdat niet alle soorten dezelfde eisen aan het landschap stellen'. Ook moet het beheerde areaal substantieel worden uitgebreid. Volgens de vijftien organisaties is Flevoland nog steeds bezig met het inhalen van een budgettaire achterstand ten opzichte van andere akkervogelprovincies. Ook moet de ‘groenblauwe dooradering’ van het landschap worden versterkt door toename van het aantal ecologisch beheerde randen, sloten, oevers, dijken en bermen. Bovendien moeten er ‘zachtere’ overgangen tussen landbouw- en bosgebied worden gecreëerd, bijvoorbeeld in de vorm van struweel.

Ambities kosten geld

Voor uitbreiding en kwaliteitsverbetering van het landschapsbeheer is jaarlijks zo’n 10,7 miljoen euro extra nodig, becijferen de vijftien organisaties. Daarnaast is een eenmalig bedrag van 13,5 miljoen euro nodig, waarvan een groot deel is bedoeld voor versterking van de groenblauwe dooradering voor akkervogels. 'Alle betrokken partijen zullen zich inspannen voor een toereikende financiering. Naast publieke is er ook private financiering mogelijk, bijvoorbeeld vanuit markt en keten en vanuit natuurcompensatiegelden.'

Verjonging Vrijwilligersbestand nodig

Omdat het vrijwilligersbestand vergrijst en er steeds hogere eisen worden gesteld aan de intensiteit en kwaliteit van de monitoring moet ook worden gewerkt aan verjonging en professionalisering van het vrijwilligersbestand. Tot slot is er behoefte aan meer en sterker toegespitst voorlichtingsmateriaal over akkervogels voor beheerders en voor het ‘brede publiek’.