LTO: meer duidelijkheid risico’s middelen

De Gezondheidsraad heeft het rapport Gewasbescherming en Omwonenden gisteren in Den Haag aangeboden aan staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur en Milieu). Het afgelopen decennium is in de agrarische sector ook volgens de Gezondheidsraad grote vooruitgang geboekt door onder meer veiliger middelen en betere toepassingstechnieken.

Geen hard bewijs

De raad vond geen hard bewijs voor gezondheidsrisico’s. Wel wordt geconcludeerd dat er aanwijzingen zijn dat agrariërs en ook omwonenden gezondheidsrisico’s kunnen lopen door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Blootstelling verminderen

In het rapport wordt daarom gepleit voor verdergaand onderzoek. Naast een blootstellingsonderzoek doet de Gezondheidsraad aanbevelingen voor agrariërs en omwonenden om de blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Genoemd worden onder meer kennis bij agrariërs over veiligheid, naleving van regels en bijbehorende controle en het hanteren van spuitvrije zones. Ook de communicatie met omwonenden vraagt om verbetering.

Campagne

LTO is daarom samen met Nefyto, Agrodis en Cumela vorig najaar gestart met een campagne over gewasbescherming, mogelijke risico’s van het gebruik van middelen en communicatie met omwonenden. Volgens de betrokken organisaties is het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in veel teelten cruciaal om aan de eisen van consumenten en afnemers te voldoen.

Risico’s beperken

‘Het beheersen van risico’s en die tot een minimum beperken begint met communicatie tussen agrariërs en omwonenden’, zegt Joris Baecke, portefeuillehouder Plantgezondheid bij LTO Nederland. ‘Dus in gesprek gaan met omwonenden, uitleggen wat je doet en uiteraard de middelen zorgvuldig toepassen, het hoort allemaal bij goed ondernemerschap.’

Bufferzones

Over de aanbeveling van de Gezondheidsraad om bufferzones te overwegen ter bescherming van omwonenden zegt Baecke: ‘Het oppervlaktewater is nu beter beschermd dan omwonenden. Een insteek kan zijn om de driftreducerende technieken en teeltvrije zones langs sloten ook toe te passen bij gevoelige objecten als woningen en recreatieterreinen. Teeltvrije zones zijn vanaf 2015 een halve tot anderhalve meter, afhankelijk van het gewas.’ Voor verdergaand generiek beleid ontbreekt volgens hem een wetenschappelijke basis. Daarom pleit LTO om eerst het blootstellingsonderzoek te doen.

Volksgezondheid voorop

In de praktijk tonen telers zich bereid om zelf specifieke, aanvullende beschermingsmaatregelen te treffen, die passen bij de lokale situatie. ‘De ondernemers van vandaag willen zich aanpassen en zullen nieuwe mogelijkheden benutten om risico’s voor omwonenden te beperken, daar ben ik van overtuigd’, aldus Baecke. ‘De kwaliteit van onze voedsel- en groenproducten is van een ongekend hoog niveau. We staan voor de uitdaging om de wijze van produceren te combineren met minimale risico’s voor de omgeving. Uiteraard staat de volksgezondheid ook voor ons voorop.’