‘NAK-label is visitekaartje van pootgoed’
“Als de nieuwe instantie net zo log wordt als de huidige NVWA, waarbij het barst van de blunders, missers en onduidelijkheden… Als de pootgoedteelt in net zo’n organisatie terecht komt voor de keuring, dan gaat we nog heel wat beleven. Nee, de NAK functioneert prima, en dat moeten we zo houden”, zegt de akkerbouwer uit Swifterbant.
Uitgave
“We betalen de organisatie nota bene zelf. En de NAK let wel op de kosten. Dus wat is nu het probleem.” Hij erkent dat het voor pootgoedtelers wel een aardige uitgave is. “Natuurlijk wordt er wel eens gemopperd over de kosten. En als je perceel aardappelen wordt afgekeurd, loop je flink te balen. Maar uiteindelijk brengt het ons nog veel meer op, juist omdat aan de NAK vasthoudt aan de eisen.”
Nederlands pootgoed wordt door de sector zelf gekeurd en dat moet zo blijven. “We hebben afspraken gemaakt over de keuring en daar houden we ons aan. Natuurlijk gaat er wel eens iets mis. Maar dat wordt echt niet anders als de keuring onder de overheid valt.” Zijn standpunt: “Iets wat goed loopt, daar blijf je van af. Punt.”
Nulnorm voor bacterieziek
De telers zitten volgens Boudeling niet te wachten op een EU-keuring. In Nederland zijn de eisen strenger: in basispootgoed geldt een nulnorm voor bacterieziek en er is een strenge eis voor virus. “Onze A’s zijn beter dan de Europese S’en”, zegt de akkerbouwer met nadruk.
“Een EU-label op een zak, zitten we daar op te wachten”, vraagt hij zich hardop af. En hij geeft het antwoord zelf al: “Nederlands pootgoed is duurder dan dat van andere landen. Dat mag en kan, maar dan moet de kwaliteit goed zijn. Als ons pootgoed gelijk is aan dat van andere landen gaan onze afnemers echt niet meer voor onze aardappelen betalen.”
Lees het hele interview in het vakblad Akker dat zaterdag 22 maart is verschenen
