Rabobank: agrarische grondprijzen stijgen op korte termijn 0 tot 5 procent

Op korte termijn is een stabiele tot licht stijgende agrarische grondprijs volgens de Rabobank het meest waarschijnlijk. Zij verwacht een toename van 0 tot 5 procent. Voor de middellange termijn verwacht de bank dat de stijging van agrarische grondprijzen doorzet. Zij baseert zich daarbij op een enquête onder agrarisch taxateurs en een eigen analyse.

Vraag blijft overeind

Voor de stijging van de gemiddelde agrarische grondprijs is een aantal factoren verantwoordelijk, aldus de Rabobank. Het te koop staande aanbod van grond stijgt naar verwachting beperkt, terwijl de vraag overeind blijft. De redenen om een verdere stijging van de grondprijs te verwachten, zijn onder meer de sterke vraag vanuit andere functies (onder meer wonen), goede financiële rendementen van plantaardige sectoren en de intensieve veehouderij en de vraag vanuit de melkveehouderij.

Dat laatste heeft te maken met doelen op het gebied van grondgebondenheid, extensivering en mestafzet wegens het afschaffen van derogatie. Ook niet-agrarische kopers drijven de prijs op, omdat ze meer of hetzelfde kunnen betalen voor agrarische grond dan boeren.

Regionale verschillen groot

De regionale verschillen in gemiddelde agrarische grondprijzen zijn nu al groot. Deze varieerden in het vierde kwartaal van vorig jaar van 61.000 euro per hectare in Friesland tot 183.000 euro per hectare in Flevoland. De verschillen hebben op dit moment vooral te maken met de kwaliteit van de grond. Zo is bouwland bijvoorbeeld meer waard dan grasland. Daarnaast tellen de mogelijkheden voor alternatieve inkomsten mee, zoals opbrengsten uit wind- en zonne-energie.

Tot slot is er de druk op de grondmarkt vanuit stedelijke functies. De grondprijzen blijven achter in zones rond natuurgebieden, waar beperkingen gelden op landbouwkundige productie en relatief veel agrarische bedrijven stoppen. Door de nieuwe natuurbeschermingsmaatregelen en regionale concentraties van stoppers verwacht de Rabobank wel nog grotere verschillen tussen grondprijzen binnen Nederland.

Beleidsonzekerheid

Op korte termijn ligt een stabiele tot licht stijgende agrarische grondprijs dus in lijn der verwachting. Hoe de wereld er op de (middel)lange termijn uitziet, is minder zeker. Dit heeft niet alleen te maken met marktomstandigheden, maar ook met beleidsonzekerheid, zoals het gefaseerd afschaffen van derogatie.

Hoeveel bedrijven meedoen aan de landelijke opkoopregelingen (LBV, LBV-plus), is volgens de Rabobank ook een van de onzekere factoren. 'Leidt de gefaseerde afschaffing van derogatie tot een lagere grondprijs omdat melkveebedrijven gedwongen zijn te stoppen, of juist tot een hogere prijs omdat de blijvers extra grond willen toevoegen aan hun bedrijf?’