Afname aantal bedrijven gaat langzamer

In 2000 waren er nog ruim 97.000 boeren- en tuindersbedrijven. Tussen 2000 en 2007 was er jaarlijks een gemiddelde daling van 3,3 procent, daarna werd dat 2,1 procent. LEI-directeur Laan van Staalduinen hecht geen bijzondere waarde aan de kleinere afname van vorig jaar.
Schaalvergroting
'Vooral de langjarige trend is belangrijk. De schaalvergroting gaat in ieder geval onverminderd door.' Zij kon niet zeggen of die kleinere afname bijvoorbeeld veroorzaakt wordt doordat bedrijven niet meer verkocht kunnen worden.
Akkerbouwbedrijven
Van de bijna 15.000 akkerbouwbedrijven in 2000 zijn er nu nog ruim 12.000 over. Bij melkveebedrijven is de afname ook minder groot: 23.200 stuks in 2000 en vorig jaar 17.000. Het aantal intensieve bedrijven is bijna gehalveerd. Datzelfde geldt zeker voor de glastuinbouw- en champignonbedrijven.
Toppositie behouden
'Die afname heeft bij ons tot de vraag geleid: hoeveel agrarische productiebedrijven heb je nodig om als primaire sector vitaal te blijven en een toppositie wereldwijd te behouden? Waarop specialiseren we ons wel of niet, wat wil en kan Nederland in de toekomst nog produceren?' zo liet zij weten.
Desgevraagd gaf ze toe dat deze vraag niet eerder bij het LEI is gesteld sinds in 1972 het allereerste Landbouw-Economisch Bericht verscheen, toen nog in opdracht van het ministerie van landbouw.
Tekst: Lauk Bouhuijzen