NAO: één landelijke aardappelnotering

De sector kent nu als regionale noteringen een noordelijke (LNCN) en een zuidelijke variant (Goes). Van Arendonk vraagt zich af of dit nog wel noodzakelijk is. ‘Is er nog wel zoveel verschil in de markt’, zei hij.
Rotterdam 'staat als een huis'
De notering van Rotterdam is een landelijke die volgens Van Arendonk in het buitenland ‘staat als een huis’. Een volgende stap zou wat hem betreft dan ook zijn de samenvoeging van de beurs van Rotterdam en de ‘boerennoteringen’ in het land.
Maar dat dat nog een brug te ver is, weet ook Van Arendonk. ‘Het zal er de eerste paar jaar nog niet van komen dat er één notering komt. Maar laten we er alsjeblieft over nadenken. Met één notering toon je als land meer eenheid.’
'Agriprins moest het worden'
Met het opzetten van Agriprins als prijsinformatiesysteem is destijds een goede poging gedaan om één beeld te krijgen, zegt Van Arendonk. ‘Agriprins moest het worden.’ Het lukte echter niet om alle partijen op één lijn te krijgen. Het AGRarIsche PRijsINformatieSysteem, opgezet in 2012, zou de belangrijkste informatie van consumptieaardappeltransacties tussen telers en afnemers vastleggen. Telers konden hieruit vervolgens markt- en prijsontwikkelingen afleiden.

