'Nu het moment om bietencysteaaltjes te zien'

Aasman liet tijdens de themadag voor suikerbieten en cichorei op proefbedrijf Vredepeel zien hoe verschillende ziektes, plagen, gebrekziektes en spuitfouten aan suikerbieten te herkennen zijn. Om een goede analyse te maken raadt hij telers aan de biet uit te steken met een schop en om, als de ogen van de boer wat slechter worden, een leesbril op te zetten, want de aaltjes zijn erg klein en maar net met scherpe ogen te zien. „Veel oudere boeren hebben nooit aaltjes, omdat ze de leesbril niet mee hebben in het veld”, zegt Aasman.
Door de droogte vertonen veel suikerbietenpercelen slechte plekken. „Als het rechte stukken zijn is de boer zelf meestal de oorzaak. Een mooi ronde plek is meestal een bodemgebonden ziekte, maar het kan natuurlijk een zandkop zijn. Als het vrijlevende aaltjes van het type Trichodorus zijn, hebben de wortels van de bieten meestal meerdere poten. Trichodorus houdt van koud, nat en hoge grondwaterstand.”
Als een plek met slap blad voorkomt, maar de bladen zien er verder wel gezond uit, moet de teler onder de grond kijken. Bij slechte conditie van het blad, verkleuring of anders zijn gebrekken een mogelijke oorzaak. Ellen van Oorschot van het suikerbieteninstituut IRS raadt telers onduidelijke gevallen van bladverkleuring via een teeltadviseur naar de afdeling diagnose van het IRS te sturen. Als voorbeeld van een gebrek laat ze de wolkige verkleuring tussen de nerven van het bietenblad zien dat bij mangaangebrek kan optreden. Voor analyse door de boer zelf is een boekje met ziektebeelden beschikbaar en een app voor de smartphone.
Spuitfout
Schade kan ook komen door verkeerd spuiten. Een geval dat wel eens voorkomt en een teler tijdens de rondleiding op Vredepeel ook noemt is spuitschade door het middel Centium. Het middel is sterk systemisch en kan overblijven in de bodem. „Het kan een biet 14 dagen terugzetten in ontwikkeling. Bij overlappen met spuiten krijgt die rij de dubbele dosis. Soms gaat zo'n plant kapot”, is de ervaring van Aasman.
Wortelknobbelaaltjes zijn een ander wijd verspreid probleem. de variant hapla is het eenvoudigst te beheersen. Die is herkenbaar als een soort sterretje aan de wortel. Chitwoodi en fallax zijn lastiger types wortelknobbelaaltjes. Ze zijn te herkennen aan een soort worstvormig structuurtje aan de wortel. „Dan wordt het puzzelen met groenbemesters”, zegt Aasman.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes