'Vroeg in groeiseizoen vliegen met drone meest zinvol'

Peter Holster van AkkerAnalyse demonstreerde de drone eBee boven de biologische uien van Joost Poppe in Nagele. Agrifirm organiseerde de bijeenkomst over uienrassen, biologische meststoffen in uien en de eBee. De vlucht van de eBee was voor veel telers een bijzondere ervaring. Holster vroeg de telers hoe ze het meeste profijt dachten te halen uit de spectraalbeelden van de eBee. De groei van de biomassa en de stikstofopname is tot op plantniveau te analyseren. Als voorbeeld daarvan noemde Holster de beelden die hij op NAK-proefpercelen maakte. Hier begon hij met vliegen twee weken na opkomst.
Poppe bekeek samen met Holster de kaart die een week eerder van zijn perceel gemaakt is. Die laat zien dat, zoals de teler verwacht, de stand van de uien achterin het perceel dunner is. Ook laat de kaart een schoffelfoutje zien. Holster denkt dat de eBee bij kan gaan dragen aan het vinden van zieke planten, bijvoorbeeld met phytophthora, of bij het localiseren van plekken waar de groei gestuurd kan worden met extra mest. Daarbij is de kennis van de historie van het perceel, meestal bekend bij de boer, van groot belang.
De eBee vliegt met snelheden tot 80 kilometer per uur over percelen. Hij kan tot een hoogte van 115 meter. Als hij lager vliegt levert het meer detailinformatie op, zoals informatie per veldje bij de NAK. Die veldjes zijn 3 bij 3 meter groot. Omdat de eBee een vleugelvliegtuigje is en geen helikopter vertroebelt hij de eigen infraroodbeelden niet. Vliegen kan tot windkracht 5. Hij kan in drie kwartier vliegtijd informatie van vele hectares verzamelen. Hierdoor is een vanafprijs voor opnames van 25 euro per hectare mogelijk. Exacte gps-gegevens maken het mogelijk nauwkeurig op de grond te vinden wat de eBee van honderd meter hoogte zag.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes