ROL-onderzoek: minder middel, meer bodem

Stichting ROL staat voor het regionale onderzoek aan de lelieteelt in Noord- en Oost-Nederland. Afgelopen vrijdag trokken de proeven van de stichting telers uit die regio's en uit andere delen van het land met hun proeven. Achter de financiering en uitvoering van de proeven zit de Provincie Drenthe, LTO Noord Fondsen, onderzoeksbedrijven als HLB bv en Proeftuin Zwaagdijk en bedrijven en toeleveranciers van de lelieteelt.

Voor PLAMV is schoon beginnen van heel groot belang. De teler moet dat hygiënisch werken consequent en strak volhouden. Osinga verklaart toenemende belangstelling voor de techniek van ontsmetten met milieuvriendelijk middel Nontox van Watter en de grote grote blangstelling voor andere ontsmettingsmiddelen en -techniek door de harde klappen die de lelietelers kregen door besmet materiaal. De telers moesten zoveel uitgangsmateriaal weggooien en opnieuw opbouwen dat he erop lijkt dat dit krapte en, volgens Osinga een prettige bijkomstigheid, betere prijzen opleverde.

Bodem

De beweging naar meer bodemwerking en -weerbaarheid en minder chemie was op de open middag van ROL te zien aan de aanwezigheid van bedrijven met bodemverbterende en bodemlevenverbeterende middelen en de proeven met tagetes (afrikaantjes) om de bodemaaltjes van de soort Pratylenchus penetrans te bestrijden.

Osinga stelt dat deze strategiën zichtbaar effect hebben en zeker voor een gevoelige teelt als de lelies. Investeringen in bodemverbetering en aaltjesbeheersing kosten veel geld en pleiten voor het rondzetten van en complete rotatie op eigen grond. Volgens Osinga is op een deel van de proefpercelen nog te zien dat daar zes jaar geleden een leliesoort heeft gestaan die de aaltjes sterk vermeerderde.

Osinga zou het liefst de telers een bouwplan willen bieden met andere bollen erin die af te wisselen zijn met de lelies en niet dezelfde gevoeligheden als die teelt hebben. Narcissen en tulpen zouden daarin passen. Een andere oplossing zou zijn om na tweede grassnede grasland om te zetten in lelieland en de veehouder grasland te laten zaaien op voormalig lelieland. Hier zitten afspraken van Den Haag over de derogatie dwars, al geeft Brussel wel aan open te staan voor een voorstel met een uitzondering voor de lelieteelt. Hier ontbreekt juist de wil in Den Haag en niet in Brussel. De lelieteelt zet daarom energie in op andere alternatieven, mede omdat onduidelijk is hoe de stemming na 2016 is.