'Al 200 hectare tagetes in Drenthe voor bestrijding aaltjes'

Het valt de LTO-fondsenman op dat ook in andere regio's boeren beginnen en doorgaan met de afrikaantjes. Hij ziet het bij boomtelers in Noord-Limburg al jaren terugkeren. Mogelijk is het voor telers van bomen, die vaak jaren aansluitend op dezelfde plaats groeien, eerder rendabel. Bollenteelt is een dure teelt en dat maakt de inzet van een dure aaltjesbestrijding met tagetes eveneens eerder haalbaar.
Van de Lindeloof ziet een leuke mogelijkheid in het vermarkten van de gele kleurstof uit de bloemen van de afrikaantjes, luteïne genaamd. Toch speelt dat nu nog niet mee in de groei van de toepassing. „Voor die kleurstof onderzoeken we nu de marktkansen nog. Dat duurt nog even.” Luteïne kan via pluimveevoer voor een dieper oranje eierdooiers zorgen en het heeft mogelijke medicinale werkingen.
Osinga meldt dat ze deze week geprobeerd hebben de bloemen van de afrikaantjes te oogsten met een peterselieplukmachine. Handwerk is volgens hem lastig. Bij zonnig weer wemelt het van de (stekende) insecten en bij nat weer is het vies werk. Automatiseren van de oogst is daarom volgens Osinga noodzakelijk.
Hele tussenteelt
Volgens Osinga moet de teelt van afrikaantjes serieus aangepakt worden en vraagt het voldoende lange tijd om werkzaam te zijn. „Liefst moet de teler voor 15 juli zaaien en het gewas honderd dagen laten groeien.” De onderzoekers op de proefvelden in het Drentse Wapse zaaiden afrikaantjes bovenop lelieschubben voor de vermeerdering. Osinga zegt dat ze nog op zoek zijn naar de goede zaaidichtheid en de meest effectieve aanpak voor die methode. De onderzoekspartners en de financiers staan open voor voortzetting van de experimenten. De verwaarding van de luteïne is daarbij een extra mogelijkheid om het geheel rendabeler te maken. Mogelijk vinden boomteelt en bollenteelt en andere sectoren met vergelijkbare aaltjesproblemen elkaar voor deze toepassing in de toekomst, denkt Osinga.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes