Lang en duur traject naar nieuw gewasbeschermingsmiddel

De basis van een gewasbeschermingsmiddel is de actieve stof. Het duurt ongeveer 8 jaar voor het dossier compleet is dat nodig is voor een Europese registratie van een actieve stof. Een nieuwe registratie van een actieve stof kost ongeveer 225 miljoen euro volgens BASF en die prijs wordt hoger naarmate er meer aanvullende onderzoeken nodig zijn. Zo lijkt de prijs per actieve stof op te lopen naar 300 miljoen euro.
Eenmaal op de Europese lijst volgt de registratie van complete formuleringen. Dat zijn middelen met alle actieve ingrediënten, draagstoffen en toevoegingen. Een middel als herbicide Wing P bevat bijvoorbeeld twee actieve stoffen. Per land en per gewastoepassing zijn extra gegevens nodig. Een toelating in mais, boomteelt of uien vraagt om nieuw onderzoek.
Henco Bouma van de afdeling marketing van BASF krijgt al voor de Europese toelating van de actieve stof te maken met het nieuwe middel. „Hoe werkt het en wat kunnen we ermee op de markt? Dat vragen we ons na een jaar of zes ontwikkeling af. Op hoeveel hectares is het middel bruikbaar? Welke gewassen? Welke ziektes en plagen? Welke potentiële afzet? Wanneer wordt de registraties verwacht? Dit traject duurt 18 maanden. In de praktijk pakt het vaak langer uit. Bouma ziet regelmatig vertragingen ontstaan of verrassingen die een goed werkbaar etiket doorkruisen. Dit heeft vaak te maken met nationale, aanvullende eisen.
Nederland
In Nederland oordeelt het Ctgb over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Eric Kiers van BASF noemt de beslissingsvrijheid die alle landen hebben: „In Nederland heeft het Ctgb begin december bekend gemaakt waar ze vooral op gaan letten. Dat betreft uitspoeling naar grondwater, windsnelheid en drinkwaterwinning uit oppervlaktewater.”
Volgens Kiers werken de deskundigen van BASF heel kritisch, ook al betreft het onderzoek aan eigen producten. „We hebben eigen toxicologen en dat zijn ook toxicologen. Ze kijken echt ‘kan het of kan het niet’.” Bij het onderzoek aan nieuwe middelen kijken de toxicologen ook naar wat er gebeurt als er iets mis gaat. Zo is de test bij dubbele dosering een simulatie van het spuiten met overlap. Daarom worden er in registratiedossiers ook strikte veiligheidsmarge aangehouden tot wel een factor 100.
Onmogelijk
Een extra voorwaarde op het etiket kan het succes van een middel breken, ervaart Bouma. „Als Nederland bijvoorbeeld de toevoeging ‘verplicht met luchtondersteuning spuiten’ of ’10 meter spuitvrije zone’ op het etiket zet, kan het zijn dat we een pakhuis vol hebben staan met middel, maar niemand het koopt.” „Daar lopen we wel steeds vaker tegenaan”, zegt Kiers. Ook door politieke bemoeienissen met toelatingen werken we in een onzeker klimaat, aldus Kiers. Zo zijn er bijvoorbeeld toelatingen die door de EFSA zijn beoordeeld aan de hand van nog niet geïmplementeerde eisen. Deze toelatingseisen zijn nog onderdeel van een wetenschappelijke discussie binnen Europa. Maar vooruitlopend op deze eisen heeft EFSA geoordeeld dat deze stoffen niet meer toelaatbaar zijn. Voor de fabrikanten voelt dat alsof ineens alle auto’s verboden worden, omdat de eisen aan uitstoot per direct strenger zijn. Zo krijg je een industrie die niet durft te investeren in innovatieve producten door een onzeker klimaat.”
Lees ook het eerste deel en de volgende delen in deze serie over de ontwikkeling van gewasbeschermingsmiddelen op www.akkerwijzer.nl .
Gewasbeschermingsmiddelen zijn meest onderzochte chemische stoffen

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: BASF