NAV: keuze voor equivalente maatregelen of verhoogde drempel Pw

Als de kritische grens voor reparatie van de fosfaattoestand van de bodem bij een Pw onder de 45 zou liggen in plaats van bij beneden Pw36, kan de teler eerder fosfaat aanvullen. Volgens Klaas Hoekstra van de NAV is fosfaat anders dan stikstof een zaak van ver vooruit kijken. Hoekstra gaf uitleg over bemesting op de NAV-avond in Lambertschaag, Noord-Holland.

Hoekstra vroeg aan de zaal hoeveel mensen tegen de beperkingen in bemestingsnormen aanliepen. Ongeveer de helft van de boeren in de zaal gaf aan niet uit de voeten te kunnen met de normen. Daarbij is fosfaat het knelpunt.

Er liggen voorstellen voor meer bemestingsruimte onder voorwaarden in Den Haag. Waarschijnlijk worden die in de loop van voorjaar 2016 bekrachtigd, maar er is vooraf geen garantie dat dit gebeurt, waarschuwt Hoekstra.

Mogelijkheden kunnen zijn dat telers meer ruimte krijgen. Ze kunnen dan kiezen voor een model waarin maximaal 100 kilo stikstof uit drijfmest komt of dat de stikstof uit drijfmest beperkt wordt tot 65 kilo. Voor maïstelers is een model mogelijk waarbij 10 tot 30 kilo extra stikstofruimte komt, mits zij rijenbemesting toepassen. De individuele teler kan kiezen of hij voor een van de alternatieven kiest.

Hoge onttrekking

Hoekstra rekent de zaal voor dat bij een bouwplan met matige oogsten al krapte ontstaat. Gemiddeld nemen de gewassen dan al 60 kilo fosfaat op. Er is dan net geen sprake meer van evenwichtsbemesting als een klein fosfaatverlies optreedt. Bij hogere opbrengsten levert een bouwplan al snel jaarlijks een gemiddelde onttrekking door het gewas van 76 kilo fosfaat per hectare op.

„De meeste regio's hebben al een hogere onttrekking dan de 60 kilo fosfaat die ze mogen geven. Dat geeft na wat jaren een probleem. Zeker wintertarwe is een grote fosfaat-onttrekker”, aldus Hoekstra. Het stro niet afvoeren draagt weinig bij aan fosfaatbehoud. „Dan blijft maar een heel klein deel van de fosfaat achter. Het leeuwendeel zit nu eenmaal in de korrel.”