VTA: opnieuw minder vrije uien in bewaring

De telers die aan de inventarisatie hebben meegedaan, hadden tot peildatum 1 februari 48 procent van hun uien afgeleverd, dat is minder dan vorig jaar, maar vergelijkbaar met twee jaar geleden. Van de voorraad uien in de bewaring is 28,5 procent al wel verkocht. Het aandeel vrije uien is daarmee kleiner dan op 1 februari van de afgelopen drie jaar. De voorraad is eveneens kleiner dan het vijfjarig gemiddelde. De VTA kan geen verklaring geven voor de kleinere hoeveelheid vrije uien.
Onder het meerjarig gemiddelde
De laatste drie jaar blijft de voorraad vrije uien op peildatum 1 februari onder het meerjarig gemiddelde steken. In het jaar 2012 hadden de telers op de peildatum aanzienlijk meer vrije uien in de bewaring liggen.
In absolute tonnen is de totale voorraad uien bij de groep respondenten 8,8 procent groter dan vorig jaar op 1 februari. Ten opzichte van het vijfjarig gemiddelde is de absolute voorraad nog ruim 6,5 procent lager dit seizoen. VTA wil echter geen absolute cijfers bekendmaken, vanwege de vrees dat deze cijfers worden teruggerekend naar telers en zo een eigen leven gaan leiden.
Gemiddelde opbrengst 56,3 ton netto per ha
Uit de inventarisatie van december bleek dat het totale uienareaal van het seizoen 2015 van deze referentiegroep met 1,9 procent was gestegen ten opzichte van het vorige seizoen. De gemiddelde opbrengst was 56,3 ton netto per hectare, waarbij rekening gehouden was met 9,9 procent tarra. Als gevolg van de toename van het areaal en de iets lagere opbrengst per hectare is een daling van de totale netto opbrengst ingeschat op 3,1 procent ten opzichte van 2014/2015.
VTA inventariseert drie keer per jaar de uienvoorraad onder een vaste representatieve groep van haar leden. De voorraadinventarisatie met peildatum 1 februari 2016 is onlangs afgerond en verwerkt. Er volgt nog een derde inventarisatieronde in april.