De uitdaging van Paul en Gijs Krol

Paul Krol boert met zijn zoon Gijs in Zuidoost-Brabant. Het bedrijf heeft 90 hectare eigen grond en huurt ongeveer 250 hectare bij om aardappelen op te telen. Paul Krol: „In ons bouwplan zijn de aardappelen de hoofdzaak. Daarnaast telen we suikerbieten en we vullen de teelt met wat maïs voor de koeien van boeren in de buurt. Onze grond is grotendeel zand. In dit gebied stroomt het riviertje de Aa, waardoor er soms wat leem door de grond zit.”

Omdat het bedrijf van de familie Krol veel grond huurt, is het moeilijker om aandacht te geven aan alle hectares die in gebruik zijn. Toch spannen de ondernemers zich in om er het beste voor te doen. Binnen de Veldleeuwerikgroep in de regio zoeken de telers naar de beste aanpak voor duurzaam bodembeheer op pachtgronden van het waterschap.

Paul Krol hoopt dat de beperking in de aanvoer van organische stof niet leidt tot afname van de bodemvruchtbaarheid. „We doen mee om te kijken hoe we dit kunnen voorkomen. Hoe kan je dat op een andere manier gericht aanpakken? In onze regio kan je goedkoop aan dierlijke mest komen, maar we willen ook zorgen voor goede bodems op de lange termijn. De bodem is fascinerend. We weten er maar een klein beetje vanaf. Ik hoop met dit project daar meer van te leren en ik vind het ook belangrijk dat mijn zoon meekijkt en leert. Hij stopte met zijn opleiding en wil zich helemaal gaan richten op het boeren.”

Krol probeert met precisietechnieken meer te weten te komen over de percelen waarop hij teelt. Met een POP3-subsidie rustte hij de rooier uit met een opbrengstmeter. Zo is het mogelijk om het resultaat van plaatsspecifieke maatregelen te koppelen aan de opbrengst op die plaatsen.