LTO Akkerbouw: TTIP opent deuren

De akkerbouw heeft immers al langer te maken met de import van bijvoorbeeld goedkope GGO-mais en -soja van overzee, terwijl de sector zelf geen GGO-gewassen mag telen.
Hetzelfde geld voor producten die residuen bevatten van gewasbeschermingsmiddelen die in de EU al lang verboden zijn. Dat is het resultaat van eerdere WTO-onderhandelingsrondes.
De sector heeft dus weinig meer te verliezen, verwacht Van Wenum.
Markt belangrijker dan overheid
Tegelijk stellen grote internationale afnemers steeds vaker extra eisen aan kwaliteit, bijvoorbeeld aan de afwezigheid van residuen of aan de productiewijze. Dat zijn vooral afnemers die zich richten op de kapitaalkrachtige, kritische, westerse consumenten.
Volgens Van Wenum neemt dit alleen maar toe. Zulke markteisen zullen in de toekomst een grotere rol spelen dan de eisen die wetgevers stellen, bijvoorbeeld als gevolg van TTIP.
Het is vooral zaak voor de akkerbouw om daar op in te spelen, betoogt de LTO-bestuurder.
Als voorbeeld noemt hij glyfosaatvrije brouwgerst die Europese telers prima kunnen telen.
Hij verwacht ook dat de veevoerbranche vergelijkbare eisen kan gaan stellen.
TTIP hoeft daarom volgens Van Wenum geen bedreiging te zijn voor de akkerbouw. Tegelijkertijd biedt zo’n verdrag juist een veel betere toegang tot de Amerikaanse markt, waar ook een steeds grotere groep kapitaalkrachtige kritische consumenten verdergaande eisen stelt. Dat is interessanter dan om te telen voor de laagwaardige bulk, stelt hij.
Tekst: Peter van Houweling