Voors en tegens groenbemesters voorafgaand suikerbieten

„Suikerbieten zijn gevoelig voor bietencysteaaltjes en stengelaaltjes, maar ook voor wortelknobbelaaltjes, als die in hoge aantallen voorkomen”, aldus Visser. Groenbemesters kunnen een goed effect hebben op het terugdringen van aaltjespopulaties. Een teler kan bijvoorbeeld kiezen voor een bladrammenas met die eigenschap. Die kan vroeg gezaaid worden, dan is het effect het sterkst.
Indirect kunnen aaltjes ook schade in bieten veroorzaken, bijvoorbeeld door het overbrengen van virus. „Trichodoriden kunnen het tabaksratelvirus overdragen. In gele mosterd vermeerdert dit virus zich.”
Sommige groenbemesters kan de teler nog laat zaaien. Een voorbeeld is bladkool. Die is volgens Visser winterharder dan bladrammenas en gele mosterd, maar wel een goede waardplant voor het gele bietencysteaaltje en mogelijk ook het witte. Het is goedkoop, maar niet zonder risico, concludeert Visser.
Voorzichtig
Met mengsels is Visser voorzichtig. Het is vaak onduidelijk wat die met de populaties aaltjes of schimmels doen. Er zijn ook mengsels die geschikt zijn voor biofumigatie. Ze vormen bij het inwerken stoffen die sterk lijken op de werkzame stof bij natte grondontsmetting, maar volgens Visser blijft de concentratie van die stoffen ver achter bij de chemische methode. Hij noemt getallen van 30 procent van die concentratie en als het gewas niet sterk verhakseld wordt kan het ook maar 10 procent zijn. Een duidelijke werking komt in proeven van Wageningen UR niet naar boven.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes