Kiemlustige aardappelen in de bewaring

„Vorig jaar werden we wat verrast door de kiemlust. Toen kwamen de partijen in november en december al wat 'los'. Ik denk dat dat nu ook kan gebeuren”, aldus Van Campen. Vorig jaar waren de najaarstemperaturen hoog. Nu is het minder vochtig maar wel minstens zo warm. „Drie weken geleden hadden we grondtemperaturen van 25 graden en op dit moment is de warmte nog niet voorbij.” Van Campen ziet daarom in de overgang naar de rooiperiode voor consumptieaardappelen reden om ook in die teelt op te letten met de kieming.
Een hoge temperatuur in het eind van de teelt en bij de oogst zetten aardappelen aan tot kiemen, de kiemrust breekt erdoor. Vroegere rassen hebben iets meer risico. Types als Agria's zijn volgens Van Campen minder gevoelig ervoor dan Première-types. Het is mogelijk wat te corrigeren met extra middel in de bewaring in januari of februari, maar wat eerder problemen voorkómen heeft de voorkeur bij Van Campen. Hij raadt de telers aan partijen niet te lang te laten staan voor terugkoelen.
Consumptieaardappelen
Bij de consumptieaardappelen zal dit jaar een goede toepassing van MH en chloorprofam voor en na het rooien belangrijk zijn. Bij deze aardappelen is een tweede aandachtspunt de droogte. Van Campen ziet dat in de Noordoostpolder telers volop beregenen voor het rooien. „Dat is heel belangrijk om rooibeschadiging te voorkómen.”
Uien, peen en witlof
Bij uien is het rooien meegevallen. „Die zijn schoon en netjes binnengekomen en mooi droog. Andere gewassen als peen en witlof krijgen door de droogte slap loof.”
Warme najaarsomstandigheden zorgen voor wintergewassen die al ver ontwikkeld zijn voor de jaarwisseling. Vorig jaar leidde dat tot meer luizen en meer gerstvergelingsvirus in wintergraan. Als een zachte winter volgt kunnen onkruiden een probleem worden. Vroeg in het voorjaar staan dan al grote onkruidplanten in gewassen. Van Campen noemt als voorbeelden ereprijs en paarse dovenetel.
De meerderheid van de akkerbouwers is niet gewend in het najaar onkruid te bestrijden. Dat geldt ook voor luizenbestrijding in het najaar. Vroeg aanpakken van deze problemen is volgens Van Campen het overwegen waard. In het noordelijk akkerbouwonderzoek zijn ook met duist betere bestrijdingsresultaten gehaald door bestrijding en grondbewerking, vals zaaibed, in de herfst te starten.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes