Onderzoek Delphy naar bewaarverliezen in aardappelen

Aanleiding voor het onderzoek is het grote verschil in bewaarverliezen tussen partijen. Niet alleen bij partijen waar meer rot in zit, maar ook tussen goede partijen, zegt Luc Remijn van Delphy. ‘Het gaat gemakkelijk om 5 procent verschil. Op duizend ton aardappelen is dat best veel.’
Netzakken met aardappelen in de bewaring
De deelnemende akkerbouwers vullen meerdere netzakken met aardappelen die tijdens het inschuren via de boxenvuller op verschillende hoogtes in de bewaring komen te liggen. ‘Om de 150 tot 200 ton gaat er een zak mee de bewaring in.’ Voorwaarde voor deelname is dan ook dat de teler nog bezig is met inschuren, zegt Remijn.
Iedere teler houdt vanaf dat moment de uren bij waarop hij de aardappelen ventileert, zowel de interne als de externe uren. Ook noteert hij het ras en hoe de aardappelen zijn binnengekomen. Gedurende het bewaarseizoen worden deze partijen gevolgd door Delphy. De begeleiding in dit traject van het onderzoek is individueel, uiteindelijk wil Delphy de resultaten evalueren met alle deelnemers.
Bewustwording
Belangrijkste doel van het onderzoek is bewustwording bij de telers. ‘Hoe komt het dat er zoveel verschillen zijn tussen de bewaarplaatsen, wat zijn de oorzaken’, zegt Remijn. Telers denken vaak iets te makkelijk over bewaren, vindt hij. ‘We zetten de ventilatoren aan en gaan tarwe zaaien.’
Remijn benadrukt dat het tijdens het onderzoek niet een kwestie is van iets goed of fout doen. ‘We zeggen dus niet dat iemand met 10 procent bewaarverlies het slechter doet dan iemand met 5 procent. Maar het gaat ons om de vraag waar dit verschil vandaan komt. En dat is best lastig te beantwoorden.’