NAK neemt keuring op Erwinia onder de loep

De Nederlandse pootgoedsector hanteert de strengste Erwinia-norm in Europa. Desondanks lukt het de sector niet om Erwinia beter onder controle te hebben dan in de omringende landen. De NAK stelt dan ook terecht dat er meer moet gebeuren om het kwaliteitsniveau van pootgoed te verhogen.
Groot deel pootgoed latent besmet met Erwinia
Na vijf jaar toetsen in de klassen PB en S blijkt dat een groot deel van de pootaardappelen latent besmet is met één of meerdere ‘Erwinia’ soorten. De toets schoont de top van de pootgoedlijn dus onvoldoende op. Als de sector als doel wil houden om de lijnen op te schonen, is meer inzet nodig om dat doel daadwerkelijk te bereiken. Dit kan bijvoorbeeld door ook de klassen PB2 en PB3 integraal te toetsen en/of de klassen PB en S intensiever te keuren.
De veldkeuring is volgens de NAK een onmisbaar instrument om de kwaliteit van pootgoed vast te stellen. Een laboratoriumtoets op latente besmettingen met Dickeya en Pectobacterium kan die rol niet overnemen, wel aanvullen. Telers en handel maken immers volop gebruik van de toetsresultaten voor de selectie van geschikt basismateriaal.
Risicogericht keuren
Er bestaat een duidelijk verband tussen de zwaarte van een latente besmetting en symptoomexpressie in het veld. De NAK heeft daarop het risicogericht keuren ingevoerd: risicopercelen worden vaker gekeurd dan percelen met partijen waarvan het risico op besmetting met Erwinia kleiner is. Bij de telers riep dit beleid echter het beeld op van een heksenjacht. Zij stellen dat de standaard keuring voldoende pakkans heeft. Ook de NAK constateerde afgelopen zomer dat deze aanpak niet effectiever is dan de standaard keuring.
Eén van de voorstellen van de NAK is om dit beleid om te draaien: alle percelen vallen in beginsel onder de standaard keuring en het aantal veldkeuringen in percelen met een lager risico gaat omlaag. Ander voorstel is om de nulnorm binnen de klasse E los te laten. De nulnorm suggereert dat deze aardappelen gegarandeerd vrij zijn van Erwinia, terwijl dat een vrijwel onhaalbare kaart is. Daarvoor in de plaats zou dan een bepaalde tolerantienorm kunnen komen. Hoe hoog die norm moet zijn, is voer voor discussie tussen telers, handel, afnemers en NAK. De inzichten daarover verschillen sterk.