'Geleidelijke overgang naar landelijke aardappelnotering'

Op dit moment is Emmeloord de leidende notering waarbij handel, industrie en telers samen de prijs voor fritesgeschikte en exportaardappelen op het bord zetten. Goes zet de prijs met telers neer. Rotterdam doet dat met handel en industrie. Goes wil nog niet mee met Emmeloord uit vrees dat de industrie te sterk bepalend wordt in de notering. Brantjes hoopt dat deze beurs en de zuidelijke telers met bezwaren tegen de landelijke notering de meerwaarde gaan zien van dat laatste noteringssysteem.
„Wij nemen nu al de zuidelijke transacties mee in de notering”, zegt Brantjes. „De telers in onze noteringscommissie krijgen informatie van grote telers in het zuidelijke gebied. Zo hebben wij een belangrijke aanvulling op onze notering. NAO en Vavi (Nederlandse Aardappel Organisatie en de vereniging van de aardappelverwerkende industrie) lichten Maas van den Heuvel in over de gedane transacties.” Van den Heuvel leidt het gesprek bij de notering in Emmeloord.
Vervolgtraject
Brantjes zegt dat op de ledenvergadering van de LNCN in december de fasering voor het pad naar een landelijke notering op tafel komt. Hij verwacht dat de leden van de beursvereniging met discussiepunten komen en dat dit leidend zal zijn in voortzetting van het traject naar een landelijke notering. „Mocht er een 'go' komen, dan kunnen we bijvoorbeeld een werkgroep instellen die zich hier mee bezig gaat houden. In het komende aardappelseizoen zouden we dan proef kunnen draaien met zo'n notering.”
De LNCN heeft alle lijnen met belangenbehartigers als LTO, Nederlandse Akkerbouw Vakbond en de Verenigde Telers Akkerbouw open staan om het proces gaande te houden.
Andere categorie
In de zaal van het 't Voorhuys in Emmeloord leven ook vragen over andere categoriën die genoteerd kunnen worden. Brantjes noemt gesorteerde aardappelen 45 op of aardappelen voor de vlokkenindustrie. In de zaal komt een mogelijke notering van bovenmaatse poters naar voren. Die zouden drukken op de prijs, als ze in de andere noteringen meegaan, maar een aparte notering kan een optie zijn. „Het is een substantieel quotum”, zegt een beurslid. Een andere teler die zich in deze discussie mengt stelt dat bovenmaatse poters vaak niet vrij zijn, maar dat de handelshuizen de verkopende partij zijn.
Volume
Voor een betrouwbare en elke week terugkerende notering heeft de beurs voldoende transacties nodig die voldoen aan de criteria die het reglement stelt. Met een kleinere vrije markt is dat een punt van aandacht, zegt Brantjes. Door transacties uit het hele land mee te nemen is dat beter mogelijk. „Een aardappel uit Zeeland is niet wat anders waard dan een uit het noorden. Ze worden alle kanten opgesleept”, zegt Brantjes. Hij hoopt dat in de toekomst de Brancheorganisatie Akkerbouw (BO) anonieme transactiegegevens uit alle postcodegebieden van Nederland kan aanleveren voor een dekkende en betrouwbare notering, die weer de basis kan zijn voor een goede cash settlementprijs.
Prijsinformatiesysteem Agriprins bestaat officieel niet meer, maar vormt wel een basis op de achtergrond voor gegevens over aardappeltransacties. De BO kan de aardappelen uit de transactielijst filteren voor de notering. Brantjes ziet het liefste dat Emmeloord en Goes inzicht hebben in alle geanonimiseerde, relevante transacties.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes