De stip op de horizon van Keimpe van der Heide

De missie van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) is dat akkerbouwers, of boeren en tuinders in het algemeen, voor hun producten vanuit de markt een kostendekkende prijs krijgen. Met andere woorden: een faire prijs voor producent en consument. Boeren willen hun inkomen in de markt verdienen en niet zoals nu voor een deel afhankelijk zijn van inkomensondersteuning c.q. subsidiëring door overheden. Een eerlijke prijs voor de boer is voor de maatschappij ook de beste garantie voor voedselzekerheid.
De toekomstvisie van de NAV berust op twee pijlers, nl. markt- en prijsbeleid en duurzame productie. Het is voor ons duidelijk dat we de hierboven geschetste ideale situatie met het huidige landbouwbeleid, dat gericht is op een vrije geliberaliseerde wereldmarkt, niet zullen bereiken. In de dagelijkse praktijk worden boeren en tuinders regelmatig geconfronteerd met opbrengstprijzen die (ver) onder de kostprijs liggen. Een simpel economisch principe zegt, dat als je vindt dat je product in de markt te weinig opbrengt, er teveel van dat product in de markt is. Dus de sleutel voor betere prijzen ligt bij de mogelijkheid voor boeren om het aanbod te beheersen. En dat is in een vrije wereldmarkt voor bijvoorbeeld graantelers met wereldwijd miljoenen producenten totaal onmogelijk.
Markt met spelregels
Daarom pleit de NAV al jarenlang voor een markt met spelregels i.p.v. een volledig vrije markt. En dat kan eigenlijk alleen maar als we die spelregels afspreken voor een bepaalde regio, bijvoorbeeld de EU. Wij zijn ervan overtuigd dat we met de huidige kennis en middelen dat op een intelligente manier kunnen doen, zonder in de fouten van vroeger met enorme overschotten terecht te komen. Voor andere producten als aardappelen, uien, peen zouden boeren gezamenlijk het aanbod kunnen beheersen. Maar dan moeten boeren organisaties wel onderling meer afspraken kunnen maken over de prijs en de hoeveelheid product. In de huidige mededingingswetgeving mogen boeren afspraken maken over het aanbod tot een marktaandeel van 5% en soms 10% van een relevante markt. Daarmee kan je geen invloed uitoefenen op het niveau van de markt, daarvoor is minimaal 50% marktaandeel nodig.
Naast marktregulering is duurzame productie belangrijk voor de toekomst. Dat betekent voor ons aandacht voor en zorgvuldig omgaan met de bodem, meer inzet van laag-risico gewasbeschermingsmiddelen, teelt van plantaardig eiwitgewassen, binding van CO2 tegen klimaatverandering en een belangrijke rol van de akkerbouw in de transitie naar een biobased economie.
Duurzame productie en tegelijkertijd een economisch duurzame marktpositie voor boeren zijn beiden essentieel voor een levensvatbare, toekomstbestendige landbouw. Door regionaliseren en wanneer nodig reguleren in plaats van globaliseren en liberaliseren krijgen boeren kostendekkende prijzen en kunnen ze ook investeren in de toekomst. Op die manier kunnen we beter zorgen dat de bodem vruchtbaar blijft, de biodiversiteit in stand blijft, het platteland voor iedereen leefbaar is en wat nog het belangrijkste is: voldoende gezond en veilig voedsel voor iedereen! Dat is onze stip op de horizon.
Tekst: Keimpe van der Heide
Beeld: Fenneke Wiepkema