
De ene organische stof is de andere niet

De gehaltes van diverse nutriënten in de Nederlandse bodem dalen. Dat blijkt uit de analyseresultaten van Eurofins Agro. Beschikbaar fosfaat bijvoorbeeld, maar ook zwavel, zink en borium laten gemiddeld dalende gehalten zien. Dit is door verschillende oorzaken te verklaren: er mag minder mest aangevoerd worden, de depositie van zwavel uit de lucht is sterk verminderd en ook de gehalten in mest zijn afgenomen.
Toch gaat bodemvruchtbaarheid in eerste instantie over wat anders. Het is het vermogen van de bodem om nutriënten vast te kunnen houden. De bindingscapaciteit. Het potentieel van de bodem. Daarin spelen CEC en organische stof een zeer belangrijke rol. CEC is de Cation Exchange Capacity, ofwel het klei-humuscomplex. Eurofins Agro noemt het de ‘accu van de bodem’. Percelen met een hoge CEC hebben een hoog productiepotentieel. Het effect van een hoge CEC is veel groter dan van een goede bemesting. In relatie tot de CEC is pH ook een belangrijk aandachtspunt. Bij een hoge pH kan het klei-humuscomplex meer nutriënten binden en afstaan aan het gewas.
Kwaliteit organische stof
De andere belangrijke indicator is organische stof. Nieuwe inzichten leren dat niet alleen de hoeveelheid organische stof in de bodem van belang is, maar ook de kwaliteit ervan. De hoeveelheid organische stof in Nederlandse percelen is stabiel, maar met de kwaliteit lijkt wat aan de hand te zijn. Een voorbeeld daarvan is zwavel. Naast de afname van zwavel vanuit de lucht (depostitie), wordt er namelijk ook minder zwavel aangevoerd door mineralisatie. Dat is te zien aan de C/S-ratio (koolstof/zwavel-verhouding) in met name zandgrond. De C/S-ratio is toegenomen. De C/S-ratio is een maat voor de hoeveelheid zwavel die vrij kan komen bij afbraak van organische stof. Hoe hoger deze verhouding, hoe minder zwavel er bij afbraak vrijkomt.
Nieuwe inzichten door pyrolyse
Op dit moment is Eurofins Agro bezig met meer onderzoek naar de kwaliteit van organische stof in de bodem via pyrolyse. Met deze methode kan het laboratorium de diverse fracties organische stof (kwaliteit) meten. Kwaliteit van organische stof is complex om aan te duiden. Er bestaat onder wetenschappers geen eenduidige visie over wat dat precies inhoudt. Het is onder andere afhankelijk van de oorsprong en leeftijd. De Technische Commissie Bodem verklaarde onlangs dat er een overmaat aan snel afbreekbare organische meststoffen gebruikt wordt. Inderdaad is afbreekbaarheid een belangrijk aspect van kwaliteit. In principe geldt de regel: hoe hoger het gehalte aan nutriënten in de meststof of gewasresten ten opzichte van de hoeveelheid koolstof, hoe sneller de afbraak verloopt.
Koolstof
Op de grondanalyse staan twee cijfers die gaan over organische stof. Het percentage organische stof zelf en het cijfer C-organisch. Als er veel koolstof (C) in organische stof zit, dan is de koolstof stabiel en draagt deze vooral goed bij aan bodemstructuur en het vergroten van de CEC. Als er minder C in zit, dan is de organische stof labieler. Dan is het een organische stof die goed bijdraagt aan mineralisatie.
Analyseer mest en compost
Het is in ieder geval belangrijk om goed te letten op de aanvoer van organische stof. Niet alleen op de hoeveelheid, maar ook op de kwaliteit. Wat is de herkomst? Wat voor type meststof gebruikt u? Het is goed om mest en bijvoorbeeld compost te laten analyseren zodat u minstens weet wat de samenstelling van de bodemverbeteraar is en hoeveel organische stof u aanvoert. Want één ding is zeker: nu er minder mest mag worden aangevoerd is het des te belangrijker om zorgvuldig om te gaan met de bodem. Alle nutriënten die de bodem extra weet vast te houden zijn welkom.
Tekst: Eurofins Agro