
Stikstof brandstof voor verteringsmotor

Voor de vertering van stro is stikstof nodig
Voor de vertering van stro heeft het bodemleven stikstof nodig. Als de hoeveelheid stikstof in de bodem niet voldoende is, dan moet dit aangevuld worden met bijvoorbeeld kunstmest. De vuistregel voor de hoeveelheid stikstof die het bodemleven nodig heeft om stro en de stoppel te verteren is 7 kg stikstof per ton stro. Bij het achterlaten van 4 ton stro per hectare is dus 28 kg stikstof per ha nodig. Als u in de graanstoppel een niet-vlinderbloemige groenbemester teelt, zorg er dan voor dat u een stikstofgift geeft voor de groei van de groenbemester én voor de vertering van stro en stoppel.
Praktijkcase 2016: veel tonnen en weinig suiker
Afgelopen jaar stond op een kavel in Zuidelijk Flevoland een prachtig gewas suikerbieten met een hoge wortelopbrengst, maar helaas met een tegenvallende suikeropbrengst. Wat was hier aan de hand? De akkerbouwer had in een profielkuil in de zomer plukken met onverteerd stro in de bouwvoor gezien. Waarom was dit stro nog niet verteerd en wat kunt u doen om dit te voorkomen?
De stikstof die bij de afbraak van stro wordt gebruikt bent u overigens niet kwijt. Deze wordt door het bodemleven vastgelegd (=immobilisatie) en komt op een later moment weer beschikbaar (zie figuur 1). In figuur 1 is te zien hoe de immobilisatie en mineralisatie van de stikstof verloopt bij het inwerken van een tarwestoppel met 4 ton stro per ha op 1 september. De snelheid van het mineralisatieproces is onder andere afhankelijk van de temperatuur, het vochtgehalte, de pH, het zuurstofgehalte, de structuur van de bodem, type bemesting in het verleden en de hoeveelheid (niet-) stabiele organische stof.
In de eerste maand (tijdstip I) na inwerken wordt er 20 kg N/ha geïmmobiliseerd. Deze immobilisatie loopt dan nog een tijdje wat langzamer door tot er bijna 28 kg stikstof is vastgelegd na ongeveer 5 maanden (tijdstip II). Na ruim 7 maanden (tijdstip III) begint de mineralisatie op gang te komen en komt er weer stikstof vrij voor het gewas. Het duurt echter ruim anderhalf jaar (tijdstip IV) voordat de hoeveelheid stikstof die aan het begin is vastgelegd (ongeveer 28 kg), ook weer volledig is gemineraliseerd. Ook in de maanden daarna komt de stikstof geleidelijk en in beperkte hoeveelheid beschikbaar en is het niet nodig om in de bemesting van de gewassen rekening te houden met deze mineralisatie.
Wat kun je zelf doen om het stro zo goed mogelijk te laten verteren
- Zorg voor voldoende fijn hakselen van het stro en het voorkomen dat stro op banen ligt op het perceel belangrijk. Een gelijkmatige menging door de grond is cruciaal voor het verteringsproces. Een frees kan dan uitkomst bieden omdat deze zorgt voor een sterke menging en het verkleinen van grotere strodelen.
- Ploeg niet te diep en onder droge omstandigheden. Het versmeren van stro, zeker in combinatie met een groenbemester, zorgt voor zuurstofloze omstandigheden.
- Een voorbewerking direct na de graanoogst waarbij het stro 10 tot 15 cm wordt ingewerkt geeft een goed resultaat. Het stro mag best nog uit de grond steken.
- De voorvertering van stro begint ook al als de groenbemester in het stro groeit. Het stro blijft vochtiger en de vertering begint al bovengronds.
- Pak voor zaaien of poten de spade en controleer de bouwvoor op onverteerde stroresten. In geval van onverteerd materiaal moet de basisbemesting met stikstof verhoogd worden.
Tekst: OCI Agro, NutriNorm.nl