
Maria-Franca Dekkers: ‘Groenbemesters nemen negatieve druk op biodiversiteit weg’

Op monocultuur en maximale productie gerichte landbouw legt druk op de biodiversiteit. Het landschap is eenzijdiger geworden ten dienste van de landbouw. Toch heeft diezelfde landbouw baat bij de aanwezigheid van ander leven, zoals bestuivers en natuurlijke vijanden. Dekkers stelt dat groenbemesters de drukfactoren op biodiversiteit verlichten. Groenbemesters brengen voordelen voor de teelt, omdat ze de bodem verbeteren en organische voeding in het landbouwsysteem toevoegen. „Je zou meer biodiversiteit als een bijkomstig voordeel van de toepassing van groenbemesters kunnen beschouwen”, aldus de onderzoeker.
Groenbemesters bieden meer diversiteit in voedsel voor de agrarische natuur. Ze kunnen in tijd en plaats een schuilplaats bieden voor akkerdieren, vogels en insecten. Groenbemesters brengen volgens Dekkers ‘diversiteit in tijd, ruimte en genetica’. De teler merkt de voordelen allereerst in het vasthouden van nutriënten en het aanvullen met organische stof, maar een landbouw die gebruikmaakt van de natuur heeft meer voordeel van die groenbemesters.
Soortenkeuze
„Bestuivers hebben profijt van kruisbloemigen, klavers en facelia in de groenbemesters. Sommige groenbemesters maken zaden die als voedsel voor dieren fungeren. Voorbeelden zijn Japanse haver, zonnebloemen en vlas. Het mooiste is dat er onrijpe zaden zijn die wel als voedsel dienen, maar niet zorgen voor veronkruiding.”
Als groenbemesters langer staan, beschermen ze de bodem tegen harde inslag van regen en zorgen ze met hun doorworteling voor een goede structuur en waterhuishouding. „Onkruidonderdrukking werkt het beste als je de groenbemesters pas in het voorjaar inwerkt. Dat moet wel in je teeltsysteem passen.”
Wil de teler stikstof binden met een groenbemester, dan is de keuze voor klavers of andere vlinderbloemigen goed. „Als monocultuur zijn die niet handig. Een mengsel met naast vlinderbloemigen andere soorten houdt nutriënten beter vast over de winter. De timing voor het onderwerken in het voorjaar is van belang als je wilt dat de voeding eruit op het goede moment vrijkomt voor het gewas in het teeltseizoen erna.”
Met groenbemesters in het bouwplan streven telers steeds vaker naar terugdringen van gewasbeschermingsmiddelen. Dekkers: „De gedachte is dat groenbemesters de planten weerbaarder kunnen maken of aan een stabieler ecosysteem bijdragen. Ze kunnen met hun wortelexudaten het bodemleven activeren en soms zijn ze in staat plantparasitaire nematoden te onderdrukken of bestrijden.”

Kosten en baten
De teelt van een groenbemester kost de teler geld, dat mogelijk dankzij minder schade door ziekten en plagen of minder kosten aan bemesting terugkomt in de resultaten van de akkerbouwers. Om een goede keuze te maken, kan een teler gebruikmaken van best4soil als hulpmiddel. In deze tool kan een teler de doelen aanvinken van een groenbemester en dan een selectie krijgen, die het beste daarbij past. Een ander hulpmiddel is het Handboek Groenbemesters.
Groenbemesters zijn nuttig, maar nooit op alle vlakken zaligmakend. Dekkers: „Ondergrondverdichting kun je bijvoorbeeld alleen oplossen met een mechanische bewerking én het zaaien van een stabiliserende groenbemester. Je voorkomt erosie met een groenbemester, maar je moet ook opletten dat je geen inkuileffect krijgt bij het onderwerken, of dat de groenbemester al te veel water verdampt dat het gewas kan gebruiken in het groeiseizoen.”
Mengsels
In plaats van enkelvoudige groenbemesters kan een bodem baat hebben bij mengsels, mits daar geen soorten in zitten die aanwezige ziekten of plagen vermeerderen. Mengsels hebben volgens Dekkers een grotere kans op succes en vaak een betere bedekking, een intensievere beworteling en meer biomassa. „Je kunt denken aan een mengsel met meerdere rassen bladrammenas of meerdere soorten planten.”
De WUR-onderzoeker toont de verschillen in beworteling bij één ras, meerdere rassen van dezelfde soort en verschillende soorten. Het verschil is goed zichtbaar. „Maar wees dus wel voorzichtig in geval van bodemplagen.”

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes