'Overheid zou koolzaadolie als brandstof meer mogen stimuleren'

„Sinds vijf jaar hebben nu wel weer koolzaad gezaaid op ons landbouwbedrijf”, zegt De Boer. De Eerste Limburgse Koolzaad Olie Molen (ELKOM) gaat dat zaad weer verwerken. „De mensen zijn meteen weer vol lof over die mooie kleur langs de Maas. En natuurlijk zijn de imkers en de bijen er blij mee. Het gewas groeit heel goed.”
Toch heeft de teelt volgens De Boer een extra stimulans nodig. Het gewas gaat in zijn regio slecht samen met de asperges, rozen, aardbeien en suikerbieten, omdat het aaltjes vermeerdert die daarin schadelijk zijn. Daarom zaaien telers in het gebied Afrikaantjes als groenbemester die de aaltjespopulatie onderdrukken. Koolzaad kan ook in bepaalde teelten opslagplanten geven in de jaren na de teelt, waardoor telers terughoudend zijn met zaaien. Toch ziet De Boer ook kansen, met name op zwaardere gronden. „Koolzaad zorgt voor een diepe beworteling. Het is dus in dat opzicht heel goed voor de bodem.”
Accijns
De Limburgse oliemolen kreeg vijf jaar vrijstelling van accijns bij de productie van jaarlijks 3.000 kuub koolzaadolie. Toen die termijn voorbij was, was de productie die had gemogen nog lang niet gehaald. De Boer was dan ook voor verlenging van het project om het zo voor transporteurs aantrekkelijk te maken op pure plantaardige olie te gaan rijden. „De 40 cent accijns die op de prijs voor de olie komt is voor de transporteurs te veel. Geen bedrijf is bereid dat te betalen. Wij willen wel, maar de tax op brandstof is dan te hoog.”
Promotie
De Boer zou best nogmaals in de promotie van koolzaadolie willen stappen. Als spijsolie doet het product het aardig en de biologische spijsolie uit koolzaad is een groeimarkt. Hij ziet wel wat in een regionaal product. Nu persen Nederlandse molens olie uit Duitsland en voormalige Oostblok-landen. „Als er een beetje meegewerkt zou worden uit de overheid zou dat mooi zijn. Het past bij een duurzame uitstraling.”

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Wiki