Veel belangstelling voor de teelt van quinoa

Volgens ILVO-onderzoeker Gerda Cnops is quinoa in het westen in zwang gekomen als alternatief ‘graan-product’ omdat het interessante voedingseigenschappen heeft, omdat mensen het goed verteren en opnemen en omdat het lekker smaakt. Quinoa heeft een iets hoger eiwitgehalte dan granen, maar bovenal is de samenstelling van die eiwitten superieur. Alle voor de mens essentiële aminozuren zijn aanwezig in quinoa in goede concentraties en verhoudingen. Op dat vlak benadert quinoa-eiwit het melkeiwit, en dat is vrij uniek voor eiwitten van plantaardige oorsprong. Het product is in trek bij vegetariërs en ook geschikt voor mensen met glutenintolerantie of glutenallergie. Ook de vetten, suikers en mineralen dragen bij aan de voedingkwaliteiten.
Comeback
Quinoa is sinds eind vorige eeuw bezig aan een comeback en recent is er een internationalisering van de teelt aan de gang. In grote delen van Zuid- en Noord Amerika, Australië en India is het volop in productie. In zeven Europese landen waaronder Nederland en België wordt er volop geëxperimenteerd.
Een sterk punt van quinoa is dat het gewas niet veeleisend is. De plant lijkt weinig gevoelig voor ziektedruk en is stressbestendig. Quinoa kan ook tegen vorst, droogte en kan groeien op verzilte bodems. De duurzaamheidsbepalingen vallen ook erg mee in vergelijking met meer waterbehoeftige graansoorten.
Veldproeven
In meerdere Europese landen zijn veldproeven gehouden waaruit blijkt dat de quinoateelt potentieel heeft. Er is een officiële Europese rassenlijst en er zijn veredelingsprogramma’s in onder meer Nederland, Denemarken, Spanje, Italië. In de rassenproeven van ILVO zijn Nederlandse en Deense rassen opgenomen. Ook is in Vlaanderen een quinoaplatform opgericht, waarbij een begin is gemaakt met veldproeven rond teelttechniek en het aanleggen van demonstratievelden. Op de proefvelden van ILVO lopen nu rassenproeven met vijf Nederlandse, drie Deense rassen en drie rassen van hobbytuinder ‘De nieuwe tuin’.
Criteria
ILVO wil de voorwaarden voor een geslaagde teelt op een rijtje krijgen. Vast staat dat de in Noordwest-Europa geteelde quinoa-rassen daglengte-neutraal moeten zijn. Ook moeten ze aangepast zijn aan een vochtiger klimaat dan in het oorsprongsgebied. Om tijdig te kunnen dorsen moet worden gekozen voor types die vroeg afrijpen. Een goede meeldauwresistentie is een pluspunt. Een aantal van de Nederlandse en Deense rassen die ILVO heeft getest voldoen aan deze criteria.
Voorlichting
Uit voorstudies van ILVO blijkt dat er nog relatief weinig geschikte veredelingsproducten ter beschikking zijn. Vooral op opbrengst en op afrijping is er wellicht voor de klimaatgordel Noordwest-Europa nog flink vooruitgang te boeken. Teelttechnisch is er nog meer kennis gewenst over zaaidichtheid, bemesting, onkruidbestrijding en het oogsttijdstip. De hectare-opbrengst is flink lager ligt dan die van graan, maar de prijs per kilo is fors hoger. Om een goede oogst te halen hebben boeren die de stap willen zetten heel wat voorlichting en begeleiding nodig.
Verwerking en vermarkting
Wat zeker ook nodig is, is een slimme uitbouw van de verwerkingsketen. Want er zijn nog maar een paar bedrijven die het zaad kunnen opschonen. Rassen die saponines bevatten moeten een bewerking ondergaan waarbij de zaadhuid losgemaakt en verwijderd wordt. De huidige Nederlandse rassen zijn saponinevrij, sommige Deense rassen zijn dat niet.
Grote stappen moeten er volgens de Belgische onderzoekers ook nog worden gezet op het terrein van de vermarkting. En wat is de meerwaarde van de teelt voor de landbouwer? Ook kan het interessant zijn om reststromen te verwaarden. Veel vragen rond het gewas zullen aan bod komen tijdens een studiedag op 8 juni.
Nederland stap verder
In Nederland is de vermarkting van quinoa al een stap verder, want de Dutch Quinoa Group – een groep van 40 telers - is in 2014 als startup in de jamfabriek in Den Bosch aan de slag gegaan. De organisatie zet in Nederland geteelde quinoa af via Albert Heijn, Deen, Sligro en Ekoplaza. Ook La Place biedt in de restaurants door heel Nederland huisgemaakte vegaburgers van volkoren quinoa aan. Bij de teelt wordt gewerkt met diverse rassen, die door Wageningen Universiteit (WUR) zijn gekweekt. Het jonge bedrijf streeft naar een schaalgrootte die een rendabele teelt en verwerking mogelijk maakt. Daarbij wordt ook gekeken naar andere Europese landen.
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: ILVO