
Akkerbouwer Gert Noordhoff: “Ik begon met strokenteelt vanwege biodiversiteit, maar zie nu ook verlaging van ziektedruk”
Ervaringen van akkerbouwers met strokenteelt

Wat is strokenteelt?
Strokenteelt is een teeltvorm waarbij meerdere gewassen op één perceel naast elkaar worden geteeld in lange, smalle stroken. De maximale strookbreedte volgens de definitie van RVO is 27 meter. Kenmerkend voor strokenteelt is dat de stroken en gewassen onafhankelijk van elkaar bewerkt kunnen worden, vaak met bestaande machines. Hoe richt je als teler je strokenteeltsysteem in? Dan zijn er veel variaties mogelijk: van gewasduo’s tot wel acht gewassen in stroken op een perceel. Die grote variatie maakt dat strokenteelt zowel kan worden gebruikt in de biologische als in de gangbare open teelt.

Wout Lugtenburg
Bedrijf: Hof van Heden
Plaats: Geervliet (Zuid-Holland)
Grondsoort: Klei
Oppervlak: 52 ha, waarvan 3-4 ha strokenteelt
Gewassen: Aardappels, uien, tarwe, zomergerst, bieten, gerst, pompoen, knoflook en droogbloemen
Soort bedrijf: Gangbaar

Gert Noordhoff
Bedrijf: Nieuw Udengast
Plaats: Bellingwolde (Groningen)
Grondsoort: Zware klei
Oppervlak: 37 ha, waarvan 20 ha strokenteelt
Gewassen: Diverse (oude) granen, rode en witte kool, spitskool, venkel, kruiden, pompoen, duivenbonen, luzerne, witte klaver
Soort bedrijf: 50% biologisch
Waarom strokenteelt?
Akkerbouwer Gert Noordhoff uit Bellingwolde vertelt: “Rond 2016 ben ik begonnen met strokenteelt. Het agrarisch natuurbeheer hield op in onze regio en ik dacht: hoe kan ik op een financieel vriendelijke manier aan een vorm van agrarisch natuurbeheer doen? Ik zag een presentatie van onderzoeker Dirk van Apeldoorn op de Biobeurs over strokenteelt en wilde daar wel mee experimenteren.” Inmiddels heeft Noordhoff tussen de 20 ha aan strokenteelt met 3 tot 27 meter brede stroken die vooral zijn biologische groentegewassen ten goede komen. “Ik ben met strokenteelt begonnen vanuit biodiversiteit, maar in de groentes zagen we dat de ziektedruk in stroken minder hoog is dan in monocultuur, bijvoorbeeld van trips. Ook ondergronds gebeurt er iets. Op het stuk waar venkel groeit ziet de venkel er anders uit naast rode kool, gezonder. En nog bijzonderder, het doet ook iets met de smaak.” Op het bedrijf doet Noordhoff ook onderzoek naar 'telen op smaak' onder de vlag van stichting Smaakboerderij Nieuw Udengast. Hij onderzoekt de toepassing en het effect van regeneratieve teeltmethoden op smaak en nutriënten.
“Hoe kan ik op een financieel vriendelijke manier aan natuurbeheer doen?”
Ook voor akkerbouwer Wout Lugtenburg uit Geervliet geldt dat hij met strokenteelt begon uit nieuwsgierigheid. Wout: “Ik kwam in aanraking met strokenteelt via een project van Delphy, waardoor ik werd gevraagd mee te doen aan onderzoeksprogramma CropMix.” In zijn strokenteelt staat nu pompoen, knoflook, suikerbieten en droogbloemen die zijn vrouw Anneke zelf droogt en lokaal verkoopt. De stroken hebben als voordeel dat het areaal niet te groot is, maar wel machinaal te bewerken. Toch was Lugtenburg best wel sceptisch. “Maar ik dacht: als je het niet probeert, dan weet je het niet. Ik ben wel van het uitproberen. Dat doen we ook met allerlei andere dingen.” Zo zijn zowel Lugtenburg als Noordhoff aan het experimenteren met compostthee om de gezondheid van hun gewassen en bodem te stimuleren.
Uitproberen
Strokenteelt vergt veel uitproberen wat werkt. Lugtenburg heeft de breedte van zijn stroken meerdere keren aangepast om uit te proberen wat het beste werkt op zijn bedrijf. “Omdat ik niet bio ben, moet ik rekening houden met het spuitspoor en de spuitbreedte.” Soms heb je echter ook een toevalstreffer. Toen Lugtenburg’s wintertarwe afgelopen jaar niet goed was opgekomen, heeft hij zomertarwe ingezaaid met gerst ernaast, waardoor hij niet dezelfde middelen mocht gebruiken. “Ondanks dat ik niet kon spuiten, had ik een goede opbrengst. Dit jaar doe ik tarwe en gerst weer als combinatie.”
Naast voordelen op het gebied van ziektedruk en biodiversiteit geeft strokenteelt ook uitdagingen. Waar liepen de telers tegenaan? Lugtenburg: “Al die randen vind ik lastig, want het nodigt onder andere hazen uit om van mijn gewassen te eten en het kost me veel ruimte op de kopakkers. Ik ga het dus nog niet uitbreiden.” Noordhoff is juist erg positief, maar loopt aan tegen een gebrek aan vraag naar sommige producten, bijvoorbeeld voor de geslaagde combinatie van venkel en kruiden. “Die combinatie werkte heel goed, maar naar venkel en kruiden is beperkt vraag. We willen nu kijken: hoe kan ik de kruiden, die ik als combinatiegewas naast de groenten teel, goed te gelde maken?”
Op de vraag wat hun collega’s zeggen, kan Lugtenburg kort zijn: “Ze verklaren me voor gek, maar vinden het wel goed dat ik uitzoek hoe het werkt.” Noordhoff kan dit beamen: “Ik hoor wel eens: ‘waarom maak je het jezelf niet wat gemakkelijker?’, maar ik doe het sowieso al anders dan mijn collega’s. Door pompoenen, kruiden en groentes te telen in een graangebied. Daarbij komt dat wintertarwe niet echt gevoelig is voor ziektes, dus dan heeft strokenteelt misschien minder meerwaarde. Groentes zijn wél gevoelig voor ziektes en daar zie ik dat strokenteelt werkt.”
“Eigenlijk hoop ik dat het bodemleven toeneemt door alle maatregelen die we nemen.”
Bodem als focus
Wat hopen Gert en Wout te bereiken? Lugtenburg: “Eigenlijk hoop ik dat het bodemleven toeneemt door alle maatregelen die we nemen; zo weinig mogelijk kunstmest, voornamelijk compost en dierlijke mest, zo min mogelijk spuiten en alles mechanisch en niet meer ploegen. Als ik eerlijk ben heb ik daar niet per se een strook voor nodig.” Noordhoff ziet wel een sterke meerwaarde van zijn strokenteelt, maar is ook gefocust op de gezondheid van zijn bodem. Noordhoff: “Ik volg de lijn van Dietmar Näser, die werkt het liefste met ondergrondse gewasdiversiteit – hoe meer verschillende wortels in de grond hoe beter – en ik denk dat de ondergondse interactie tussen combinatiegewassen, kool met kruiden bijvoorbeeld, het verschil gaan maken.”
“Welk effect je ziet van strokenteelt, hangt heel erg af van wat je wilt bereiken en waarom je het doet”
Aansluiten op doelen van de boer
Hoewel hun ervaringen verschillen, herkennen Lugtenburg en Noordhoff zich wel in elkaars verhaal. Beiden zien dat strokenteelt geen one-size-fits-all is. Het vergt uitproberen, maar nog belangrijker: de aanpak hangt af van je doelen. Noordhoff: “Welk effect je ziet hangt heel erg af van wat je wilt bereiken.” Waar Noordhoff zoekt naar verlaging van ziektedruk, zijn de gewassen van Lugtenburg daar minder gevoelig voor. “Voor mij zit het meer in beter bodemleven en meer natuurlijke vijanden,” aldus Lugtenburg. Kortom: strokenteelt vergt maatwerk dat aansluit op de doelen van de individuele boer en vormt zo een stukje van de puzzel.
Meer weten? Lees de handreikingen van WUR met de laatste kennis en onderzoeksresultaten over strokenteelt via: www.wur.nl/strokenteelt
Tekst: Anna de Rooij, Yvonne Florissen, Maria van Boxtel
Beeld: Huisman Media, Familie Lugtenburg