Column: De klant van het platteland

De retail in ons land heeft de korte keten nog steeds niet in volumes omarmd. Het past niet in hun systeem. Argumenten dat men in de korte keten geen constante aanvoer van product kan krijgen, is verleden tijd. Geavanceerde opslag van product en eigen verwerking zijn optimale elementen om een hoogwaardig product aan de consument aan te bieden.
Boerderijwinkel
Een boerderijwinkel is toch zeker een stap verder. De consument gaat toch steeds meer bewust op zoek naar het aanbod van een boerenassortiment op het platteland. Het is bekend dat de groei van boerderijwinkels toch gestaag doorgaat. Zijn diezelfde beleidsmakers en de politiek tevreden dat de korte keten in dit opzicht werkt? Het vervolg in deze column is een geheel ander verhaal.
Visie
Begin van dit jaar werd in een aantal gemeenten een detailhandelsvisie bekendgemaakt dat boerderijwinkels 90 procent eigen product moeten verkopen. Vermeldenswaardig bij boerderijwinkels is dat ze onderling hun producten aanbieden om het assortiment in de boerderijwinkels voor de consument aantrekkelijker te maken. Wen samenwerking die er zijn mag.
Een limiet wordt gesteld aan het vloeroppervlak van de winkel en de familiaire krachten of medewerkers van de boerderij die ingezet kunnen worden. Regelgeving ten top. Zo willen lokale overheden hun middenstand betreffende de voedselketen in de winkelcentra beschermen.
Nederland laat in dit opzicht ook weer duidelijk zien dat we verzanden in de regelgeving. De ondernemingsgeest in de landbouw wordt er zo niet beter op. Het aanbieden van onze eerste levensbehoefte in de vorm van boerderijwinkels, van een prachtig mooie korte keten, wordt helemaal te niet gedaan. We stellen wel dat het om een visie gaat, maar het gaat hier juist om de klant van het platteland.