Akkerbouwer Omta: goede ervaringen met gele mosterd na graan

Groenbemester na graan
Op zijn akkerbouwbedrijf in Ens, vlakbij het voormalige eiland Schokland in de Noordoostpolder, heeft Fokko-Aldert een bouwplan met onder andere aardappelen, uien en granen. Hij boert op kleigrond die varieert van lichte zavel (20 procent afslibbaar) tot zware klei (40 procent afslibbaar). “Alleen na het graan telen we een groenbemester”, legt hij uit. Dit jaar stond er 32 hectare graan op zijn land, met name wintertarwe en zomergerst.
Gele mosterd
In het verleden zaaide hij na het graan altijd een grasgroenbemester, met name Italiaans raaigras. Vijf jaar geleden stapt Omta over op gele mosterd en dat beviel meteen zo goed dat hij er sindsdien jaarlijks voor kiest. “Wij ploegen hier altijd eind oktober en dan wil ik graag een vol gewas hebben staan. Mosterd komt snel op, groeit snel en heeft de bodem vlot dicht. ”De plantenmassa wordt in zijn geheel ondergewerkt en dat versterkt de bodemstructuur, activeert het bodemleven en verhoogt het humusgehalte. “Tijdens het ploegen zie je veel wortels in de toplaag. Het geeft een heel mooi resultaat”, zegt hij goedkeurend. Een voordeel van gele mosterd is ook dat deze ook geschikt is voor laat vrijkomend land.
In één werkgang
Na de graanoogst heeft Fokko-Aldert het sto op het land gehakseld, zodat dit voor volggewassen een extra bijdrage levert aan de organische stof.” Ook de ondergeploegde gele mosterd krikt het gehalte organische stof op. Het draagt bij aan de vitaliteit van de bodem.
Het zaaien van de gele mosterd gebeurt met een zaaicombinatie. Maandag begon Omta ermee en het schiet goed op. “In één werkgang wordt de graanstoppel losgetrokken, de grond met een schijveneg bewerkt en het mosterdzaad gezaaid”, legt de akkerbouwer uit. Omdat hij de mosterd puur teelt als groenbemester vindt hij het ras niet zo spannend, al moet het natuurlijk wel GLB-waardig zijn.
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Fotoarchief Akkerwijzer