VTA: opbrengst proefrooiingen 11,7% hoger dan 5-jarig gemiddelde

Bij de proefrooiingen, die sinds 2001 elk jaar op hetzelfde tijdstip volgens een vastgesteld protocol worden uitgevoerd, worden van een groot aantal consumptierassen verspreid over Nederland monsters gestoken. De metingen in september bevestigen de lijn die al werd opgetekend bij de proefrooiingen die in augustus plaats vonden.

Waterschade, misvormingen en rot

VTA maakt wel de aantekening dat een aantal telers last heeft van waterschade. De omvang is nog niet bekend, maar schattingen lopen uiteen van 10 tot 20 procent. Deze schadegevallen zijn in de berekeningen niet meegenomen. Opvallend veel monsters hebben knollen met misvormingen, hetgeen wat extra tarra geeft. Ook doorwas en rot worden gemeld.

Ook forse nagroei

Uit de proefrooicijfers blijkt dat de aardappels op het land dit jaar met gemiddeld 12.070 kilo per hectare relatief veel nagroei hebben geleverd tussen half augustus en half september, waardoor de opbrengst hoger uitvalt. In de vijf voorgaande jaren bedroeg dit 8.971 kilo per hectare. Opvallend zijn de grote onderlinge verschillen in nagroei tussen de diverse rassen. Zo is deze bij Markies 21.229 kilo per hectare en bij Challenger 16.487 kilo per hectare, tegen 8.059 kilo per hectare bij Innovator en 11.077 kilo per hectare bij Ramos.

VTA meldt dat de groei er bij het gros van de percelen helemaal uit is. Bij veel monsters wordt gemeld dat het gewas is doodgespoten of dat het totaal versleten is. Het zijn incidentele telers die nog melden dat hun aardappelland er nog groen bij staat.

Sortering in lijn

VTA stelt na de proefrooiingen van september vast dat het percentage aardappelen 50 mm opwaarts is vastgesteld op 71 procent. Dit komt exact overeen met het 5-jarig gemiddelde. Vorig jaar was dit aandeel 50 mm opwaarts relatief laag met 57 procent. VTA meldt dat ook op dit punt grote verschillen tussen percelen zijn vastgesteld.

In tegenstelling tot het 5-jarig gemiddeld van het aantal knollen per 6 m² (196) is het knolaantal dit jaar relatief laag met 176 stuks. Dat getal komt overigens overeen met dat van vorig jaar, toen er gemiddeld 178 knollen per monster (3 x 2 m) werden gemeten.