
'Telers moeten (weer) leren selecteren op bladrol'

Bladrol, oftewel het PLRV-virus, wordt overgebracht door bladluizen, waarbij de groene perzikluis de belangrijkste overdrager is. Het gaat om een persistent virus, dat wil zeggen dat als een luis het virus eenmaal bij zich draagt, hij dit zijn gehele leven kan blijven verspreiden.
Wanneer de besmetting gebeurt op het veld door bladluizen, is de besmetting primair. Planten die vanaf de start al ziek zijn, noemen we secundair zieke planten. De knollen zijn in het vorige seizoen al geïnfecteerd.
Hoelang het duurt voordat de hele plant besmet is, is volgens Van Bezouwen niet bekend. „De besmetting begint eerst in een paar cellen. Vervolgens gaat het virus door de plant heen naar beneden en wordt het weer omhoog getransporteerd. Daar zal enige tijd overheen gaan.” Van Y-virus is bekend dat het ongeveer 21 dagen duurt voordat de gehele plant is besmet.
Preventie is essentieel als het gaat om bladrol. Zowel Van Bezouwen als Wind benadrukken het belang van het beginnen met schoon uitgangsmateriaal. Op tijd beginnen met selecteren helpt bij het verminderen van infecties in het veld. „De wat oudere telers zullen het ziektebeeld van bladrol nog wel herkennen. Maar jongere telers hebben het misschien in het veld nog nooit gezien. Telers moeten hier (weer) op leren selecteren”, zegt Wind.
Y-virus
Jan Salomons, adviseur gewasbescherming akkerbouw en vollegrondsgroenten bij Delphy, zag dat vorig jaar vooral rassen die niet gevoelig zijn voor Y-virus (bont) aangetast werden door bladrol. „Telers hebben daar vaker de keuze gemaakt om minder frequent te spuiten. Terwijl in de rassen die met het oog op Y-virus juist wél zijn bespoten met langwerkende insecticiden, er geen problemen waren met bladrol.”
Persistent
Salomons vertelt: „Het bladrolvirus is een persistent virus. Als een luis eenmaal besmet is, is hij voor de rest van zijn leven besmet. Het virus geeft hij pas af aan een plant als die plant ook echt meer dan 24 uur als voedingsbron wordt gebruikt. De luis dringt hiervoor diep het blad binnen. Minerale virusolie helpt daarom niet om afgifte van het bladrolvirus te verminderen.” Bij een niet-persistent virus als Y-virus kan minerale virusolie juist wél de overdracht vanuit een al zieke plant verminderen.
Langwerkende systemische insecticide
Wanneer uit de NAK-gegevens blijkt dat de luizendruk aan het toenemen is, adviseert Salomons telers om dan voor het bladrolvirus eens in de tien of veertien dagen een langwerkend systemische insecticide toe te passen. „Ook bij rassen die minder gevoelig zijn voor Y-virus”, benadrukt de adviseur. „Als het virus er eenmaal in zit, is het handmatig verwijderen van aangetaste planten de enige optie. Goed selecteren blijft bij pootgoed stelregel nummer één.”
De insecticiden waar telers nu nog over kunnen beschikken, werken afdoende, is de indruk van Salomons. Wel moet er vaker gespoten worden om hetzelfde effect te genereren als met de insecticiden die vroeger ingezet konden worden tegen bladrol. „Wanneer je vroeger, ik noem maar wat, Amigo via een rijenbehandeling toepaste bij het poten, gaf dat tot zes tot zeven weken na opkomst een goede bescherming. Als je tegenwoordig een breedwerkende insecticide toepast als bladbespuiting, werkt deze hooguit tien tot twaalf dagen goed. Daarna zul je weer een bespuiting moeten doen. Maar de werking an sich is prima.”

Tekst: Renske Luimes
Renske is opgegroeid op een klein gemengd bedrijf. Bij Agrio kan ze haar grootste hobby, namelijk schrijven, combineren met haar voorliefde voor de landbouw.
Beeld: Fenneke Wiepkema