Capaciteit loonwerkers knelpunt bij aardappelen rooien

Bij Bijl Aardappelen in Sint Annaland zijn het drukke tijden, want daar worden de vrachten met late bewaaraardappelen dagelijks aangevoerd. “Loonwerkers zijn vol aan het rijden en akkerbouwers die zelf een rooier hebben zijn ook druk”, zegt Cees Bijl. Hij schat dat op Tholen en Sint Philipsland 20 tot 25 procent van de fritesaardappelen nog in de grond zit.
Met het droge weer worden alle percelen met de dag beter. Toch is het op percelen op zavelgrond, die volgens Bijl snel dichtslibben, nog lastig. Op de zware klei gaat het beter. Over de opbrengst van de partijen die zijn geoogst – met vaak 60 ton per hectare - is Bijl prima te spreken. “Er zijn percelen met natrot, maar de opbrengst valt me niet tegen. We zien in elk geval geen zware terugval in opbrengst.” En als er een perceel is met waterschade, waar toch nog 55 ton vanaf noemt hij dat ook nog prima.
Verschil in draagkracht
Leon van Meir van handelshuis Van Meir Potatoes in het West-Brabantse Steenbergen noemt de aardappeloogst van dit jaar ‘problematisch’, doelend op de gevallen van waterschade en rot die zich hebben aangediend. Hij schat dat intussen 80 procent van de oogst van het land is in Zuidwest-Nederland. Ook in België, waar akkerbouwers voor Van Meir aardappelen telen, schiet het op.
Het gaat niet overal van een leien dakje. Hoewel het al een aantal dagen droog weer is, blijft het oogsten in de gebieden waar de regenmeters in september overmatig werden gevuld lastig. Van Meir: “Op sommige plaatsen is de grond niet draagkrachtig genoeg voor de rooiers. Waar het minder nat is, wordt er volop gerooid. Dan schiet het natuurlijk hard op met die 4-rijige rooiers.”
Pootgoedoogst
Ook bij Agrico schiet de pootgoedoogst goed op met dit mooie weer. "Wij moeten nog 15 tot 20 procent binnen krijgen. Dit zijn wel vaak de moeilijke gevallen zoals rot en moederknollen", zegt directeur Jan van Hoogen. Dat speelt vooral bij late rassen als Fontane, Markies en Agria.
Ook bij de aardappelcoöperatie worden overal in het land problemen gesignaleerd, zeker in vergelijking met 2016. Van Hoogen spreekt over "hier en daar een rotje, vooral in het zuid westen."
Waterschade
Terwijl het ene perceel te kampen heeft gehad met waterschade, is die schade bij een ander perceel nul. “Dat hangt af van de grondsoort, de hoogteligging van een perceel en of een perceel aan de oost- of westkant van het eiland ligt”, legt Cees Bijl uit. Door de hogere temperaturen van de laatste tijd, valt het verlies door natrot nog mee. “Er zijn percelen bij met helemaal geen natrot, maar ook percelen met een aandeel van 5 tot 8 procent
Ook Leon van Meir weet dat er beslist percelen zijn met waterschade. “Op sommige plaatsen is het niet helemaal goed gegaan”, stelt hij. “Niet bij onze telers, maar ik zie in een straal van 10 kilometer ook wel percelen waar de aardappelen nog van het land moeten. Ook in Noord-Holland zijn er telers met problemen, heb ik begrepen.”
Toch goede kwaliteit
Ook bij Agrico heeft meldingen ontvangen van waterschade en rot. "Ja, dat is her en der aan de orde, maar alles zal er wel uitkomen zoals het nu lijkt", zegt Jan van Hoogen. Hij relativeert de schade."Soms moeten we een natte plek laten zitten, maar dat zal niet substantieel worden."
Van Hoogen omschrijft de kwaliteit van de aardappelen als 'goed'. "Toevallig sprak ik zojuist een keurmeester van de NVWA en die was positief over de kwalitei zoals die nu verladen wordt naar verre bestemmingen. Dit zijn natuurlijk wel de vroeg gerooide percelen."
Het pootgoed heeft van doen met meer virusverlagingen. Van Hoogen: "Het is afwachten hoe alle partijen die nu gerooid worden droog worden en zich houden. Dat weten we pas over een maand."
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Hilchard Waalkens