Column: Doelsturing als het nieuwe normaal

De Algemene Rekenkamer concludeerde recent dat ons kabinet nauwelijks stuurt op doelen. Bij onderzoek naar tien gestelde doelen bleek de inzet bij twee ‘toereikend’ en bij acht ‘matig’ of ‘zorgelijk’. Politici krijgen het Spaans benauwd als ze door kiezers zouden worden afgerekend op basis van doelsturing. Daarom proberen ze ons af te leiden met fophef en stoere taal.
Laten we eens oefenen op de landbouw. Zou een minister of staatssecretaris afgerekend willen worden op de kwaliteit van Nederlandse producten, het aantal studenten dat kiest voor een agrarische opleiding of de betaalbaarheid van landbouwgrond? Dan wordt doelsturing opeens wel spannend. Misschien dan maar liever een maatregel hier, een verkenner daar en een beleidsvoornemen voor de toekomst
Doelsturing in de landbouw
Voor boeren is doelsturing helemaal niet nieuw. Als je als boer niet kunt sturen op doelen, dan zou je al lang geen boer meer zijn. Of je nu stuurt op kilo’s melk met een bepaald percentage vet en eiwit, of op het aantal ton pootgoed in een bepaalde klasse, elke boer stelt zichzelf doelen. Ondertussen kijken boeren naar vele indicatoren. Hoe zien de uiers van de koe eruit, hoe groen staat het gewas erbij, enzovoort.
Om doelen te halen, kijken boeren naar relevante indicatoren en nemen ze talloze maatregelen. Het komt er meestal op neer dat je goed voor je dieren en je planten moet zorgen. Dat doe je op basis van kennis en kunde met behulp van metingen, data en het gevoel in je nekharen of het vandaag gaat regenen. Uiteindelijk weet elke boer dat je wordt beloond op basis van resultaten en niet van goede bedoelingen.
Maatschappelijke doelen in de landbouw
We weten met elkaar al decennia dat goed boeren niet alleen betekent een goede opbrengst halen. Goed boeren is ook zorg hebben voor je omgeving. Geen rommel in de sloot, geen vervuiling van het grondwater, niet over de kievitsnesten rijden en netjes omgaan met je buren. Geen geouwehoer over maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar gewoon je gezond verstand gebruiken en een beetje lief zijn voor elkaar.
We zijn alleen vergeten om het gesprek – in de regio en aan de keukentafel – met boeren aan te gaan over maatschappelijke doelen die we onszelf als land hebben gesteld. Wat betekenen de Vogel- en Habitatrichtlijn, de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water eigenlijk voor boeren? Op welke concrete doelen kunnen boeren sturen? Hoe weten ze dat ze het goed doen? En hoe weten ze wanneer ze moeten bijsturen?
Mislukte sturing op middelen
We hebben met elkaar deze fase overgeslagen. We zijn van doelen langs de indicatoren meteen naar de maatregelen gegaan. Investeer in een nieuwe vloer in de stal, want dat is goed voor de natuur. Haal voor 1 oktober de piepers binnen, want dat is goed voor het grondwater. Toch jammer als je er dan later achter komt dat die nieuwe vloer niet hielp voor de natuur en dat kalenderlandbouw de grondwaterkwaliteit niet heeft verbeterd.
Het Nederlandse landbouwbeleid blonk de afgelopen 15 jaar uit in het sturen op middelen zonder dat de doelen zijn gehaald. Het beleid heeft gefaald. Boeren worden met generieke maatregelen collectief gestraft voor de verkeerde acties van een kleine groep. En misschien nog wel erger: het gesprek over doelen is stelselmatig niet gevoerd. Er blijft dan maar één optie over: falen en opstaan.
Doelsturing als het nieuwe normaal
Het is nu zaak om maatschappelijke opgaven te vertalen naar doelen waar boeren wat mee kunnen. Zo kun je nitraatuitspoeling goed terugbrengen naar het stikstofresidu dat op een perceel achterblijft na de oogst. De waterkwaliteit van een sloot kun je samen met andere boeren in een polder meten en verbeteren. Om de ammoniakuitstoot terug te brengen, liggen de draaiboeken al klaar.
Een kleine groep boeren wordt zenuwachtig van doelsturing, omdat het niet altijd prettig is om in de spiegel te kijken. De overgrote meerderheid van boeren krijgt met doelsturing eindelijk een systeem dat rechtdoet aan hun inspanningen. Een gelijk speelveld waarin je wordt afgerekend op wat je presteert. Boeren durven dat. Het kabinet wil dat. Nu is het moment om van doelsturing het nieuwe normaal te maken.

Tekst: André Hoogendijk
André Hoogendijk is directeur van BO Akkerbouw. Hiervoor was hij werkzaam bij de KAVB. André is opgeleid als historicus en als landbouwkundige.
Beeld: Ellen Meinen