
Eerste bespuitingen belangrijk in cercospora-beheersing
‘Op het moment dat het gewas gaat sluiten, wordt het gevaarlijk’

„Op het moment dat de percelen gaan sluiten, dan wordt het gevaarlijk met het oog op bladschimmels.” Bram Hanse ging tijdens het webinar in op de praktische invulling van de bladschimmelbeheersing gedurende het seizoen. Het bewerkstelligen van een goede groei van het gewas is een van de stappen die telers kunnen zetten. Bewerkingen, bemesting, bladmeststoffen maar ook beregenen zijn hier onderdelen van. „Zorg altijd voor een goede groei. Willen we zo veel mogelijk suiker per hectare produceren, dan hebben we groen loof nodig.” Over beregenen zei hij: „Beregenen heb je nodig voor de opbrengst, maar hou er wel rekening mee dat je ook vocht in het perceel brengt dat nuttig is voor de cercospora. Wil je gaan beregenen en heb je opstaand loof, voer dan eerst een bespuiting uit. Hangt het loof, beregen dan eerst zodat het weer omhoog komt en kun je daarna een bespuiting uitvoeren.”
Infectiewaarden
Hanse gaf ook uitleg over welke rol infectiewaarden kunnen spelen bij het nemen van maatregelen tegen cercospora. Sensoren in een bietengewas kunnen infectiewaarden berekenen op basis van temperatuur, luchtvochtigheid en eventueel aanwezige sporen in een gewas. „Heb je infectiewaarden groter dan 6 in twee dagen tijd, dan kun je een infectie verwachten.” Maar wat kun je als teler hier nu mee? Hanse: „Bij de eerste hoge infectiewaarden kunnen telers ervoor kiezen om 10 tot 14 dagen daarna - dat is de incubatietijd - het gewas controleren. Bij een nauwe rotatie kan ook gekozen worden om direct een bespuiting uit te voeren. Later in het seizoen kunnen de infectiewaarden gebruikt worden om het interval van de bespuitingen te bepalen.”
Vroeg beginnen
De eerste bespuitingen zijn heel belangrijk, benadrukte Hanse. „Het valt of staat bij vroeg beginnen. Wanneer er nog geen aantasting is maar de eerste infectiewaarden zijn hoog, kan Charge, Serenade of eventueel Microthiol Special Liquid worden ingezet. Heb je een hoge infectiedruk, verwacht je veel sporen op het perceel én bij de eerste hoge infectiewaarden kun je direct een Diadem, Propulse, Spyrale of Bicanta toepassen. Eventueel in combinatie met een Microthiol Special Liquid. Of we pakken deze laatste solo om de eerste sporen af te doden waardoor het gewas langer groen blijft.”
Is er al een aantasting, dan is het sowieso nodig om een bespuiting uit te voeren. „Kies dan voor een middel met een triazool: Diadem, Propulse, Belanty + Tern, Spyrale, Narita XL + Tern of Bicanta + Tern en voeg daar eventueel Promotor aan toe als de omstandigheden wat schraal zijn. Eventueel kun je Microthiol Special Liquid toevoegen aan de tankmix breder te maken zodat je ook bedekking krijgt om de sporen af te doden. Er kan ook een bladmeststof met koper worden toegevoegd om de werking te versterken.”
De eerste drie bespuitingen (dus bespuiting 1, 2 en 3) hebben altijd verschillende actieve stoffen, benadrukte Hanse. „Verschillende triazolen zijn nodig om resistentievorming van de cercospora zoveel mogelijk tegen te gaan en dienen zo veel mogelijk afgewisseld te worden.”
Bladgezondheid
Rassen met een bladgezondheid tot en met 8,5 is het advies: spuiten bij aantasting of hoge infectiewaarde volgens de sensor. Dan wordt dat herhaald bij uitbreiding of een nieuwe aantasting (als bijvoorbeeld roest komt kijken). „Het effect van een hogere score op bladgezondheid is dat je met gelijke inspanning een beter resultaat boekt aan het eind van het seizoen. Had je vorig jaar een ras met een 6 en dit jaar met een 8, dan haal je met gelijke inspanning een beter resultaat. Wil je grote stappen maken, dan is het advies om te kiezen voor een ras met bladgezondheid 9. Die worden gespoten bij een eerste aantasting - het liefst er iets voor-. Dat is heel belangrijk met het oog op resistentiemanagement. Dat herhalen we bij uitbreiding of een nieuwe aantasting. Het effect van een BC 9 (Bladgezondheid Cercospora 9, red.) is dat je over het gehele seizoen minder bespuitingen nodig hebt, maar dat merk je pas aan het eind van het seizoen.”
Spuitschema
Het spuitschema is afhankelijk van verschillende factoren. Zo is speelt de infectiedruk van een perceel mee (licht, matig, zwaar) maar ook het oogstmoment (vroeg, midden of laat) en de regio. Er zijn regiospecifieke schema’s gemaakt, deze zijn hier te raadplegen.
Bladschimmelwaarschuwingsdienst
Suikerbietentelers worden via de bladschimmelwaarschuwingsdienst (een samenwerking tussen Cosun Beet Company en bieteninstituut IRS) op de hoogte gehouden van de bladschimmelsituatie. Telers krijgen een sms wanneer in hun regio twee positieve monsters met cercospora bij het IRS zijn binnengekomen. Dit jaar wordt daar iets nieuws aan toegevoegd: namelijk de voorattendering. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van data die sensoren verzamelen. Wanneer sensoren in een regio hoge infectiewaarden aangeven, krijgen telers een sms met de boodschap dat er kans is op een infectie.
Beeld: Arie Coster