Groenbemesters en bodemplagen: vriend of vijand?

Steeds meer telers kiezen ervoor om hun percelen zoveel mogelijk groen en bedekt te houden, en terecht. Een groenblijvend gewas levert namelijk veel voordelen op: een betere bodemstructuur, meer organische stof, een hoger waterbergend vermogen én minder uitspoeling van nutriënten. Bovendien stimuleert een blijvend begroeide bodem het bodemleven, wat cruciaal is voor een vitale teelt. Diverse nuttige insecten, zoals loopkevers, kortschildkevers en spinnen, profiteren van deze aanpak. Zij voeden zich ook met eitjes en larven van schadelijke insecten, zoals bonenvliegen en uienvliegen, en zijn al vroeg in het voorjaar actief. Door ruimte te geven aan deze natuurlijke bestrijders, werkt u dus mee aan een gezondere bodem én een weerbaarder gewas. Toch kunnen er ook nadelen kleven aan deze aanpak, zoals een verhoogd risico op bodemplagen.

Kleine helpers met grote impact

Waar de één profiteert, lift soms ook de ander mee. Percelen met langdurige begroeiing kunnen een aantrekkelijke leefomgeving vormen voor insecten die schade kunnen veroorzaken aan jonge gewassen.

Denk aan miljoenpoten, wortelduizendpoten en springstaarten. Hoewel ze vooral leven van jong organisch materiaal, kunnen ze – vooral bij vochtige omstandigheden en een hoog organische-stofgehalte – kiemplanten van onder andere bieten, cichorei en uien aantasten. Niet-kerende grondbewerking (NKG) en groenbemesters kunnen in bepaalde omstandigheden het risico verhogen, zeker in losse grond en bij diep zaaien.

Ook ritnaalden (de larven van kniptorren) zijn een aandachtspunt. Ze leven meerdere jaren in de bodem, waarbij ze in latere stadia flinke vraatschade kunnen veroorzaken aan kiemplanten én aan aardappelen, uien en gladiolen. Gras in de rotatie en langdurige begroeiing kunnen hun overleving bevorderen.

Daarnaast vormen emelten, de larven van de langpootmug, een risico. Ze gedijen goed in grasrijke percelen en kunnen in het voorjaar kiemplanten van onder andere suikerbieten, kool, spinazie en vlinderbloemigen aantasten.

Praktische maatregelen tegen bodemplagen

Gelukkig zijn er genoeg slimme maatregelen om schade door bodeminsecten te beperken, zonder de voordelen van groenbemesters uit het oog te verliezen. Agrifirm denkt hierin graag met u mee. We delen alvast een paar praktische tips:

Na een graanoogst: Laat de toplaag van de bodem kort na de oogst even uitdrogen door deze oppervlakkig los te maken. Dat kan de overleving van ritnaalden en emelten tegengaan.
Zaaien op maat: Zaai niet te vroeg, niet te diep en druk de grond licht aan. Dat beperkt schade door miljoenpoten en springstaarten.
Ken uw perceel: Op gronden met een historie van plaaginsecten en een geplande teelt van bijvoorbeeld uien of bieten, overweeg dan om de groenbemester voor de winter onder te werken.

Samen zorgen voor een gezonde bodem

Elke bodem is anders. Elke teler heeft zijn of haar eigen uitdagingen. Daarom staan de adviseurs van Agrifirm klaar met advies op maat. Samen kijken we naar de juiste balans tussen bodemgezondheid en plaagbeheer. Zo legt u een sterke basis voor het nieuwe teeltseizoen, met een bodem die werkt vóór u.

Wilt u meer weten over groenbemesters en bodemplagen op uw perceel?

Neem vandaag nog contact op met uw Agrifirm-adviseur voor een persoonlijk advies op maat.

Op 27 juni vindt de Groenbemesterdag plaats in Lelystad. Klik hier voor meer informatie over het evenement en om je direct aan te melden.

Tekst: Agrifirm