Verdere stijging agrarische grondprijzen

Dit blijkt uit de enquête onder agrarisch taxateurs die de Rabobank als vorig jaar heeft gehouden. Agrarische grondprijzen zijn tussen het eerste kwartaal van 2024 en het eerste kwartaal van 2025 gestegen van 78.800 euro per hectare naar 91.300 euro per hectare. De procentuele stijging is hoger dan de inflatie.

Agrarisch taxateurs verwachten de komende twaalf maanden een stabiele tot licht stijgende agrarische grondprijs (0 tot 5 procent toename), meldt de Rabobank verder. Verschillende factoren verklaren de stijgende grondprijs. ‘Ten aanzien van de vraag vanuit de landbouw zijn de verdiensten goed geweest, is het marktsentiment positief, speelt grond een hoofdrol in de bedrijfsontwikkeling en hebben agrariërs weinig alternatieve investeringsmogelijkheden. Dit leidt tot een hoge vraag naar grond vanuit de landbouw, wat opwaartse druk geeft op de agrarische grondprijs.’ Vanuit Europees perspectief zijn de Nederlandse agrarische grondprijzen hoog, constateert de Rabobank. ‘Nederland is echter niet uniek. Ook in delen van Duitsland, België, Italië en Oostenrijk is sprake van hoge agrarische grondprijzen.’

Regionale verschillen groot

Agrarische grondprijzen lopen sterk uiteen tussen regio’s. De hoogste grondprijzen zijn te vinden in Flevoland (184.000 euro per hectare) en de laagste in Friesland (62.000 euro per hectare). Verschillen komen onder andere voort uit de kwaliteit van de grond (bouwland is bijvoorbeeld meer waard dan grasland), de mogelijkheden voor alternatieve inkomsten (zoals opbrengsten uit wind- en zonne-energie) en de druk op de grondmarkt vanuit stedelijke functies (zoals woningbouw en bedrijventerrein).

Komende twaalf maanden

Net als vorig jaar heeft de Rabobank Taxatiedesk ook dit jaar weer een enquête uitgezet onder agrarische taxateurs om hun verwachtingen voor de komende twaalf maanden te peilen. De enquêteresultaten laten zien dat de meerderheid van de agrarische taxateurs een stabiele tot licht stijgende grondprijs verwachten voor de komende twaalf maanden (tussen 0 en 5 procent hoger dan vandaag). Een vijfde tot een derde denkt zelfs dat de stijging hoger uitpakt dan 5 procent. Enkele taxateurs geven aan dat de grootste stijgingen voorbij lijken, maar zij vormen een minderheid. Het sentiment is dat akkerland meer in prijs stijgt dan grasland. Net als vorig jaar is de onzekerheid groot, vooral door het ontbreken van duidelijkheid inzake landbouw-/stikstofbeleid.

Grondgebondenheid

De agrarisch taxateurs zijn ook gevraagd naar de drie belangrijkste prijsbepalende factoren voor de hoogte van de agrarische grondprijs. De behoefte vanuit de melkveehouderij om te extensiveren is met afstand de meest genoemde factor (27 keer genoemd). Deze wordt gevolgd door uiteenlopende andere factoren: vraag vanuit de niet-landbouw (verstedelijking en natuur), goede verdiensten door landbouwbedrijven en de eenmalige mogelijkheid om grond van een nabijgelegen bedrijf te verwerven