Achterstand export van pootgoed loopt verder op

De cijfers van de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) tonen aan dat de export van pootaardappelen minder voortvarend verloopt dan in voorgaande seizoenen. Het verschil loopt alleen maar verder op: de achterstand ten opzichte van vorig seizoen was op peildatum 1 maart ongeveer 56.000 ton, een maand eerder was dat nog ‘slechts’ 30.000 ton.
Europa vraagt minder pootgoed
De verminderde afzet is met name een gevolg van een kleinere vraag vanuit Europa naar Nederlands pootgoed. De grootste dalers zijn Spanje en Italië. Spanje was tot 1 maart goed voor ruim 28.000 ton, dat is een min van 10.000 ton ten opzichte van vorig seizoen. Italië nam ruim 44.000 ton af, dat is ruim 6.000 ton minder dan vorig jaar. Ook buurlanden België en Duitsland namen tot nu toe minder pootaardappelen af. Het totaal voor Europa komt hiermee tot 1 maart op 187.529 ton, tegen 230.504 ton vorig jaar.
Ook in Azië is een verminderde vraag naar Nederlandse poters merkbaar. Azië nam tot 1 maart 103.722 ton af, vorig jaar was dat op dezelfde datum 121.745 ton. Hier zijn Libanon, Saudie Arabië en Syrië de grootste dalers. Daarentegen ging er wel weer wat meer pootgoed naar Irak.
Afzet naar Afrika gegroeid
De afzet naar Afrika is juist wat groter dan vorig jaar. In totaal werd tot de peildatum 187.542 ton naar Afrika verscheept, tegen 181.171 ton vorig jaar.
Ook in voorgaande jaren was de export van pootgoed op 1 maart al aanzienlijk verder gevorderd. In de voorgaande vier jaar was het de handel gelukt om voor deze datum al ruim over de 500.000 ton pootgoed te exporteren. In 2017 was dat ruim 553.000 ton, in 2016 stond de teller op 1 maart op ruim 539.000 ton. Het jaar daarvoor was op 1 maart al ruim 533.000 geëxporteerd, in 2014 was dat ruim 528.000 ton.