
Roy Michielsen: ‘6 meter stroken goed te doen en kleine saldoplus’

„In de regel kunnen we met dezelfde efficiëntie als bij volvelds werken. De verspreiding van ziekten en plagen gaat meestal langzamer in het strokensysteem, ook bij phytophthora”, zegt Michielsen. „Hier in Almere halen we zelfs een iets hogere opbrengst van 500 euro per hectare.”
Het perceel bij Almere heeft een oppervlakte van 64 hectare. Omdat het langwerpig vierkant is, kunnen machines goed werken over de lange stroken en in hetzelfde gewas een paar stroken verderop in de andere richting terugkomen.

„We zien in dit systeem meer biodiversiteit aan insecten. Hoe smaller de strook, hoe beter de weerbaarheid tegen ziekten en plagen. Om de werkbaarheid met onze machines te behouden hebben we gekozen voor stroken van 6 meter. We vergelijken dat met de andere kant van het perceel, waar we volvelds gewassen telen.”
Op het perceel staan de gewassen broccoli, aardappelen, pastinaak, veldboon en haver. Michielsen zegt dat ERF zich steeds blijft ontwikkelen in de strokenteelt. Daarbij blijken sommige gewassen makkelijker in te plannen dan andere. Vooral de oogst is een aandachtspunt. Bij pastinaak en wortels moeten ze nog naast de oogstmachine rijden met kippers. Daar moet dan een geschikte strook met gras liggen. Uien willen nog niet goed in de strokenteelt.
Een ander aandachtspunt is irrigatie. Beregeningsinstallaties werken breder dan de 6 meter. Beregenen met een zes meter brede boom kan, maar is ingewikkelder. Druppelirrigatie zou passen, maar wordt niet gebruikt.
Positieve of negatieve reacties van gewassen op naast elkaar gelegen combinaties komen niet significant uit de proef. Ook gevallen van meer muizenvraat in stroken nemen de mensen bij ERF niet waar. Michielsen denkt dat bij meer muizenvraat het effect gelijk is in de monocultuur.

Veldboon en pastinaak leveren goede opbrengsten in de stroken. Aardappelen lijken licht te plussen, maar uien doen het dus wat minder dan in ‘normale teelt’. Is het systeem stabieler als geheel? „Wij denken dat het een robuuster systeem is. Phytophthora verspreidt minder snel ten opzichte van een monocultuur.”
Minder pieken en dalen is wat de biologische sector zoekt, in samenwerking met natuurlijke vijanden en een levende bodem. Samen met Agrifirm deelt ERF de ervaringen met andere boeren. „Het is niet de oplossing voor alles, maar het aanbrengen van meer biodiversiteit werkt positief.” Er volgen dit jaar meer bijeenkomsten.

Met biobollenteler en bodemcoach John Huiberts duikt de groep op de Biobodemdag ook even de grond in. Hij laat zien dat een verdichting door berijden met trekkers en machines bovengronds terug te zien is aan slechtere gewasontwikkeling. „Breng eerst je bodem op orde, voordat je biologisch wordt”, is het advies van Huiberts. Zijn ervaring is dat meewerkend bodemleven en goede condities voor vocht en lucht in de aarde het gewas ten goede komen.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes