
Valse meeldauw, een uitdaging in de uienteelt
De afgelopen jaren heeft de teelt van zaaiuien in de Veenkoloniën en het Oldambt een flinke groei doorgemaakt. Voorheen waren de bouwplannen in deze regio’s voornamelijk gericht op zetmeelaardappelen of wintergranen. De teelt van zaaiuien vraagt veel aandacht en het regelmatig scouten van het gewas op de aanwezigheid van ziekten en plagen, is hierbij een belangrijk onderdeel.


Valse meeldauw, een uitdaging in de uienteelt
De onkruidbestrijding is nog maar net afgerond of de ziektebeheersing vraagt alweer zijn aandacht. De focus ligt dan met name op de beheersing van ziektes zoals Valse meeldauw (Peronospora destructor). De meeste telers hebben het vorige groeiseizoen nog vers in het geheugen staan. De omstandigheden waren toen al vroeg optimaal voor de ontwikkeling van valse meeldauw. Hierdoor sloeg Valse meeldauw in sommige delen van het land flink om zich heen, met als gevolg opbrengstderving. Met dit in ons achterhoofd werd geadviseerd om tijdig te starten met de ziektebeheersing. Door te weten wat de ideale weersomstandigheden zijn voor de ontwikkeling van Valse meeldauw kan er rekening gehouden worden met de infectie momenten tijdens het seizoen. Hier kan dan waar nodig op ingespeeld worden met een bespuiting. Door regelmatig het gewas te controleren op mogelijke aanwezigheid van Valse meeldauw kan tijdig worden ingegrepen als er een infectie plaats heeft gevonden.
Beperkt pakket schimmelbestrijdingsmiddelen
Door het wegvallen van actieve stoffen en de beperkingen van etiketten van nog toegelaten middelen, wordt het pakket met middelen voor de ziektebeheersing dun. De huidige toegelaten schimmelmiddelen in de zaaiuien bestaan uit een beperkt aantal FRAC-groepen. FRAC-groepen zijn ingedeeld op de werking/aangrijpingspunt van de diverse actieve stoffen. Hierdoor wordt alterneren en combineren, zoals afgelopen jaar met de beheersing van phytophthora zich bewezen heeft, niet mogelijk in de beheersing van Valse meeldauw.
Systeemaanpak vitale uien telen
Voor een goede ziektebeheersing is een gewas dat optimaal groeit, voldoende nutrieten en vocht beschikbaar heeft en geen last heeft van schadelijke nematoden de basis. Zand en dalgronden staan bekend om de aanwezigheid van schadelijke aaltjes die voor problemen kunnen zorgen in de uien teelt. Bijvoorbeeld het wortellesieaaltjes (Pratylenchus penetrans) en Meloïdogyne soorten, waaronder het maiswortelknobbelaaltje (M. chitwoodi), het bedrieglijk wortelknobbelaaltje (M. fallax), en het noordelijk wortelknobbelaaltje (M. hapla).
Perceelkeuze is een belangrijke stap hierin. De laatste jaren zien we een toename van de teelt van wintergerst, gevolgd door Tagetes (Afrikaantjes) voorafgaande aan de uienteelt. Tagetes staat bekend om zijn vermogen het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans) actief te bestrijden. Deze strategie kan een bestaande aaltjesbesmetting bijna volledig terugdringen. Door bij het zaaien ook nog een nematicide en startmeststof zoals Quickstart toe te voegen, krijgt de teelt van uien een optimale start. Een gewas dat optimaal groeit is minder vatbaar voor ziektes en plagen.
Optimale bemesting
Uien staan bekend om hun zwakke wortelgestel. Hier kan rekening mee te houden worden bij de bemesting door dit op te splitsen in meerdere giften. Zo kan voor het zaaien een basisgift worden gegeven met Polysulfaat, aangevuld met bijvoorbeeld dierlijke mest. Gedurende het groeiseizoen kunnen aanvullende giften (overbemesting) worden toegepast. Tijdens de ziektebeheersing kan het gewas verder ondersteund worden door het toevoegen van bladmeststoffen, waaronder Foliplus Vitaal.
Aandachtspunten ziektebeheersing:
Onderstaande punten hebben een positieve invloed op de ziektebeheersing:
- Gebruik voldoende water, 300-400 ltr/ha
- Juiste spuittechniek, fijne druppels voor een optimale bedekking
- Gebruik van uitvloeiers/hechters, zoals bijvoorbeeld Squall
- Spuit ’s avonds voor een betere opname van de middelen.
Trips, kleine beestjes grote schade
In deze fase van het groeiseizoen is het ook belangrijk om regelmatig de uien te controleren op de aanwezigheid van trips. De laatste jaren wordt er een toename van het aantal trips gezien, de zachte winters spelen hierbij een rol. Trips kunnen in zaaiuien aanzienlijke schade aanrichten, voornamelijk door het leegzuigen van de buitenste cellen van de plant. Dit resulteert in zilvergrijze vlekken en uiteindelijk verdroging van het loof. Ernstige aantastingen kunnen de groei van de ui belemmeren en zelfs tot opbrengstverlies leiden. Ook bij het afleveren van de uien uit de bewaring kan dit voor problemen zorgen. De zilvergrijze vlekken, als gevolg van de trips, worden aangemerkt als afkeur.
De eerste vluchten van trips vinden plaats in juni of juli. Vaak neemt de druk toe bij de oogst van de eerste wintergranen. De trips verplaatsen zich vanuit de wintergranen naar naburige uienpercelen. Door het gewas regelmatig te bekijken, kan de aanwezigheid van trips tijdig gesignaleerd worden. Controleer meerdere planten en kijk goed tussen de pijpen van de ui, trips zitten vaak diep verscholen in de schacht van de ui.
Trips gevonden, wat te doen
Zodra de eerste trips worden waargenomen, is het van belang om direct in te grijpen om verdere ontwikkeling van de populatie te voorkomen. Voer de bespuiting gericht uit en combineer deze niet met bladmeststoffen of fungiciden, om de effectiviteit van de middelen te optimaliseren
Voor een goede bestrijding is het daarnaast essentieel om voldoende water te gebruiken. Dit zorgt ervoor dat het middel diep kan doordringen in de schacht van de ui, waar de trips zich vaak bevindt.
Bij de bestrijding van trips kan gekozen worden tussen systemische middelen en pyrethroïden. De voorkeur gaat uit naar systemische middelen, omdat deze specifiek werken op zuigende insecten en daardoor veilig zijn voor nuttige insecten. Wanneer op het perceel gebruik wordt gemaakt van de SIT-techniek (Steriele Insecten Techniek) via De Groene Vlieg, is het belangrijk om de bespuitingen goed af te stemmen. Zo voorkom je dat de uitgezette steriele mannetjes, bedoeld voor de beheersing van de uienvlieg, niet worden gedood.
In de periode tot aan het strijken van het gewas blijft de uienteelt veel aandacht vragen, met name voor de beheersing van valse meeldauw en trips. Deze inspanningen resulteren in de meeste gevallen tot een goede opbrengst en kwaliteit van de uien bij de oogst.
Tekst en beeld: Jasper Speelman, adviseur Agriant