Controleer je gewas regelmatig
Na een periode met weinig neerslag nemen in peen de kansen op droogtestress toe. En dan kan echte meeldauw zomaar toeslaan. Steven Dorrestijn adviseert telers van bewaarpeen om het gewas vanaf nu regelmatig te controleren. “We kunnen met gangbare chemie immers alleen nog preventief spuiten.” Een nieuw groen middel heeft ook een curatieve component.
Het verschil met seizoen 2024 kan bijna niet groter, constateert gewasbeschermingsadviseur Steven Dorrestijn. “Toen verliep het voorjaar nat en koud. Dit jaar hebben we mooie omstandigheden gehad voor zaai en opkomst en staat het gewas er over het algemeen prima bij. Enige uitzondering is het Zuidwesten waar door neerslagtekort de stand vaak iets minder is.”
De kansen voor echte meeldauw schat Dorrestijn tot nu toe niet hoog in. “Echte meeldauw houdt wel van droog en warm weer, het wordt niet voor niets wel eens een mooi-weer-schimmel genoemd, maar het slaat vooral toe op planten die stress vertonen. Tot nu toe konden de peenplantjes lekker doorgroeien op ruggen die nog genoeg vocht bevatten. Maar bij het huidige weerbeeld dreigt droogtestress en dan verbeteren de kansen voor de echte meeldauw. En als er echte meeldauw in je gewas zit laat de alternaria meestal niet lang op zich wachten. En daar wil ik de peentelers toch op attenderen. Bovendien groeit het gewas in deze periode snel. Regelmatige inspecteren van het gewas is belangrijk om de situatie goed te volgen. Want binnen de gangbare chemie hebben we alleen nog maar preventieve middelen. En als je eenmaal echte meeldauw in je gewas hebt, krijg je het er zomaar niet weer uit. Dus je wilt de schimmel voorblijven.”
Spuitadvies
Het moment voor de eerste bespuiting tegen echte meeldauw in peen kan zich op twee manieren aankondigen, vertelt de gewasbeschermingspecialist. “Als je meeldauw vindt in je gewas is het sowieso tijd voor de eerste bespuiting. Blijft het gewas schoon, dan hou ik meestal een gewaslengte van 10 cm aan voor de eerste bespuiting; dat moment valt meestal rond half juli.” Vroege peen voor de versmarkt is rond deze tijd vaak al toe aan de eerste bespuiting, weet Dorrestijn. “En meestal blijft het in dat gewas ook bij een bespuiting, hooguit twee.”
In de bewaarpeen is een schema met vier bespuitingen meestal voldoende om de schimmels onder de duim te houden, stelt de Syngenta adviseur. “Ik adviseer altijd om te beginnen met Amistar Top. Die is sterk op echte meeldauw en als je die bespuiting na ongeveer drie weken herhaalt ben je ook goed bezig tegen alternaria. De derde bespuiting doe je met Score en voor de laatste bespuiting is ons biofungicide TAEGRO® wat mij betreft een prima kandidaat. TAEGRO® heeft al in diverse open teelten uitstekende prestaties laten zien in de strijd tegen echte meeldauw en alternaria. En met Taegro in de tank voor de laatste bespuiting heb je een mooi residuarm schema.”
Taegro en Ravibis in biopeen
Ook voor telers van biologische peen heeft Syngenta tegenwoordig twee SKAL-gecertificeerde producten die een robuuste bescherming geven tegen de belangrijkste schimmels. In TAEGRO® doen bacteriën het werk (zie kadertekst). Het tweede middel RAVIBIS™ bevat natriumwaterstofcarbonaat; dat vormt een schimmelwerend laagje op het blad. Maar omdat de stof ook bestaande schimmeldraden uitdroogt, heeft het eveneens een curatieve component. “Je kunt het daarom prima aan de Amistar Top of de Score toevoegen als je te laat begonnen bent of als het interval een keer te lang is geworden”, zegt Dorrestijn. “Met de Ravibis voeg je terugwerkende kracht toe.”
Een biologisch schema begint wat hem betreft met 2 à 3 keer RAVIBIS™. “Dat is vanwege z’n sterke werking op de echte meeldauw. Daarna schakel je over op de TAEGRO®. Die werkt wat breder. En tussendoor steeds een interval van 1 à 2 weken aanhouden.”
De adviseur erkent dat het nog niet storm loopt met de toepassing van groene middelen. “Het duurt gewoon even voordat we genoeg bewijs hebben verzameld om telers te overtuigen. Maar vorig jaar had ik in een strokenproef in biologische peen hele mooie resultaten met RAVIBIS™. De teler was ook enthousiast en gaat er dit jaar zelf mee verder.”
Vakantie
De grootste valkuil die er volgens Dorrestijn bestaat bij de beheersing van echte meeldauw is te laat starten met de preventieve bespuitingen. “Het gebruikelijke startmoment voor die bespuitingen valt in een periode waarin menig akkerbouwer een week vakantie pakt. Dan kun je beter voor vertrek de peen vast spuiten dan na terugkomst constateren dat je te laat bent.”
De werking van TAEGRO®
De bacteriën in TAEGRO® beschermen op drie manieren tegen schimmels:
- Ze concurreren met de schimmel om plaats en voedsel op het blad.
- De bacteriën produceren afbraakproducten die een antischimmel werking hebben.
- TAEGRO® stimuleert de eigen afweer van de plant. De plant denkt dat hij wordt aangevallen en schakelt z’n eigen afweermechanisme in.
TAEGRO® mag 12 keer per seizoen met een interval van 3 dagen. De preventieve werking van TAEGRO® wordt aanzienlijk versterkt door toevoeging van de uitvloeier Elasto G5. Dat geeft een betere verdeling van de bacteriën op het blad en ook een betere bevochtiging.
RAVIBIS™, een sterke groene oplossing
RAVIBIS™ is een biologische oplossing van natriumwaterstofcarbonaat. Deze stof kan helpen bij de bescherming tegen echte meeldauw. Het is een bedekkingsfungicide dat ook een curatieve werking heeft. RAVIBIS™ heeft de volgende werkingsmechanismen:
- De schimmeldraden verschrompelen door osmotische druk; RAVIBIS™ onttrekt dus vocht aan de schimmel.
- Natriumwaterstofcarbonaat verhoogt de pH; dat remt de groei van de schimmel.
- Het werkt als een contactfungicide door de celwanden van de schimmel te verzwakken
RAVIBIS™ mag 8 keer per teelt worden toegepast met een interval van 10 dagen. Het kent geen MRL-restricties. Toepassen van een uitvloeier (bij voorkeur Elasto G5) verbetert het effect van RAVIBIS™ als het solo wordt gespoten, dus niet in combinatie met chemie. Omdat RAVIBIS™ afspoelingsgevoelig is, moet de bespuiting na neerslag worden herhaald.