
Beschikbaarheid gewasbeschermingsmiddelen blijft voor telers knelpunt

In 2022 koos de sector voor ICM als eenduidige systematiek, schrijft BO Akkerbouw in een persbericht over de voortgangsrapportage Actieplan Plantgezondheid. ‘De praktijk blijft echter weerbarstig. Telers moesten acteren op langdurige wateroverlast en ontwikkelingen van ziekten en plagen als gevolg van klimaatverandering.’ Uit de enquête, uitgevoerd door AgriDirect in opdracht van het Actieplan Plantgezondheid, blijkt dat 50 procent van de akkerbouwers bekend is met ICM. Een kwart van de telers past ICM al toe. Circa tien 10 procent is voornemens om binnen nu en twee jaar te starten met ICM. 14 procent geeft aan bekend te zijn met ICM maar dit zowel nu als in de toekomst niet toe te (gaan) passen.
Knelpunt
Net als eerdere jaren blijft de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen het grootste knelpunt volgens telers als het gaat om plantgezondheid. De uitdaging om voldoende opbrengst van goede kwaliteit van het land te halen groeit. Door het gebrek aan effectieve maatregelen en/of middelen spelen steeds meer ziekte/plaag-gewascombinaties op. BO Akkerbouw: ‘Een duidelijk voorbeeld is de bestrijding van Phytophthora infestans in aardappelen. Met de Taskforce Phytophthora werkt de sector aan een gezamenlijke aanpak. Deze werkwijze geldt als voorbeeld in eigen land voor andere gewassen, en voor andere (West-Europese) landen die ook te maken hebben met Phytophthora die nieuwe resistenties en virulenties ontwikkelt.’
Te veel normoverschrijdingen
Verder blijven er volgens BO Akkerbouw te veel normoverschrijdingen. ‘Ondanks tal van activiteiten en maatregelen lukt het nog niet om emissies naar oppervlaktewateren voldoende terug te dringen.’ BO Akkerbouw zet er samen met haar leden en andere partijen op in om vooral met een gebiedsgerichte aanpak de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen. Maar, zo schrijft de Brancheorganisatie, er zijn naast waterkwaliteit nog meer redenen om te werken aan emissiereductie: ‘de zorg voor omwonenden, natuurgebieden en gewassen in naburige percelen verdienen bescherming tegen ongewenste residuen.’ Daarnaast leiden normoverschrijdingen steeds meer tot beperkingen op het middelenpakket.
Natuurlijke plaagbestrijding
In de voortgangsrapportage valt ook te lezen dat akkerbouwers steeds vaker inzetten op natuurlijke plaagbestrijding. Er wordt meer gebruik gemaakt van akkerranden en bankerfields om natuurlijke vijanden en biologische bestrijders te stimuleren. Ook zetten telers deze vaker uit. Ook blijkt uit de enquête dat steeds meer akkerbouwers de afgelopen jaren meer maatregelen om de biodiversiteit te verbeteren. Het verbeteren van de organische stofbalans scoort het hoogst onder de telers. Daarna volgen bodembedekking, meer rustgewassen in het bouwplan en de aanleg van akkerranden.
Met praktijkpilots is getest of inspanningen voor een betere biodiversiteit zijn te belonen met de BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw (BMA). BO Akkerbouw werkt, samen met haar leden en meerdere partners, aan een bredere uitrol van de BMA.
Lees hier de Voortgangsrapportage van het Actieplan Plantgezondheid
Tekst: Renske van Valburg
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: BO Akkerbouw