Reacties op concept 8e Actieplan: doelsturing positief maar herziening stikstofgebruiksnorm wordt kritisch gevolgd

Een belangrijke pijler van het 8e actieprogramma bestaat uit het ingroeipad voor bedrijfsgerichte doelsturing op grondwaterkwaliteit. Dit staat naast het generieke beleid en moet tenminste een vergelijkbaar effect op de waterkwaliteit hebben.
Voor de grondwaterkwaliteit is het ingroeipad voor bedrijfsgerichte doelsturing gebaseerd op een combinatie van twee indicatoren: N-mineraal en het N-bodemoverschot. Boeren krijgen op basis van de uitkomsten van metingen en berekeningen van beide indicatoren dan een inzicht in het risico van nitraatuitspoeling naar het bovenste grondwater op hun bedrijf en kunnen hier dan vervolgens op sturen. Bij aantoonbare goede resultaten kunnen boeren in aanmerking komen voor meer stikstofgebruiksruimte, een uitzondering op de 1-oktobermaatregel en een uitzondering op de rustgewasverplichting 1:4 (of 1:3). Demissionair minister Wiersma wil deze uitzonderingsmogelijkhedenuitwerken in het 8e Actieprogramma.
De demissionair minister wil ook aandachtsgebieden voor stikstof en fosfor aanwijzen om het de gebiedsgerichte opgave voor de oppervlaktewaterkwaliteit het hoofd te kunnen bieden. In deze aandachtsgebieden zullen maatregelen nodig zijn ter vermindering van de verontreiniging van stikstof en/of fosfor.
Actualisatie stikstofgebruiksnormen
Het CDM (Commissie van Deskundigen Meststoffenwet) geeft binnenkort een advies over de actualisatie van de totale stikstofgebruiksnormen in de gebieden zand noord, zand midden, zand zuid en löss, gericht op het behalen van het doel van 50 mg/l nitraat in het grondwater. De hoogte van de aanpassing van de stikstofgebruiksnorm is afhankelijk van de opgave voor de grondwaterkwaliteit en het bemestingsadvies. Wiersma: ‘Dit kan betekenen dat in bepaalde gebieden voor bepaalde gewassen de totale stikstofgebruiksnorm moet worden aangescherpt en dat in andere gebieden, waar de norm 50 mg/l nitraat ruimschoots wordt gehaald, er ruim te is voor enige versoepeling van de totale stikstofgebruiksnorm, waarbij de 50 mg/l nitraat in het uitspoelend grondwater niet wordt overschreden.’
BO Akkerbouw: 'Sector zal aangekondigde herziening stikstofgebruiksnormen kritisch volgen'
'BO Akkerbouw en haar veertien leden hebben de afgelopen periode gewerkt aan de Sectoraanpak Nitraat. Hierin speelt het meten van de minerale stikstof in de bodem in het najaar na de oogst een centrale rol. Op basis van een goed resultaat zouden telers dan een uitzondering moeten krijgen op generieke maatregelen. De sector vindt het positief dat deze inzet op doelsturing wordt ondersteund door het ministerie van LVVN. De uitwerking van de uitzonderingen die telers kunnen verkrijgen moet nog plaatsvinden. Hierbij blijven BO Akkerbouw en haar leden graag samenwerken met het ministerie', laat BO Akkerbouw in een schriftelijke reactie weten.
Het pakket aan generieke maatregelen en de aangekondigde herziening van de stikstofgebruiksnormen geven aanleiding tot zorg, geeft BO Akkerbouw aan. 'Generieke maatregelen en aanscherpingen in de bemesting hebben in de afgelopen vijftien jaar niet geleid tot een verbetering van de grondwaterkwaliteit. De omslag naar doelsturing biedt daarvoor juist een alternatief dat beter is voor zowel de grondwaterkwaliteit als voor de boer. BO Akkerbouw ziet graag een inzet van het ministerie op het stimuleren van de goede landbouwpraktijk en op bemesting op basis van evenwichtsbemesting. De sector zal de aangekondigde herziening van de stikstofgebruiksnormen kritisch volgen.'
BO Akkerbouw werkt samen met haar leden aan een programma waarbij telers al in het najaar van 2025 metingen kunnen verrichten om vanaf 2026 in aanmerking te komen voor deelname aan doelsturing. In de tussentijd blijft de sector samenwerken met het ministerie van LVVN voor de verdere uitwerking van doelsturing. In de loop van de zomer zal BO Akkerbouw reageren op de internetconsultatie van het concept 8e APN.
NAJK: 'Omslag naar doelsturing geeft ondernemers handelingsperspectief'
Het NAJK laat weten de inspanningen van de minister om tot een doelsturingsaanpak te komen te waarderen. „De omslag naar doelsturing geeft ondernemers meer handelingsperspectief en biedt kansen om af te stappen van generieke normen en rigide kalenderlandbouw. Dat is essentieel als we waterkwaliteitsdoelen op een praktische én toekomstgerichte manier willen behalen”, aldus Hilde Coolman – Portefeuillehouder Akkerbouw.
Wel baart de onduidelijkheid rondom de herziening van de stikstofgebruiksnormen het NAJK zorgen. „De onzekerheid over de stikstofnormen maakt het lastig voor boeren om hun bouwplan en bemesting voor te bereiden. Ook is onduidelijk hoeveel ruimte doelsturing daadwerkelijk biedt,” aldus Ruben Klein Teeselink, portefeuillehouder Melkvee.
Aandachtsgebieden
Het 8e Actieplan vervangt de NV-gebieden door zogeheten ‘aandachtsgebieden’, die specifieker zijn ingericht op stikstof- of fosfaatproblematiek in het oppervlaktewater. Deze aandachtsgebieden worden vastgesteld op basis van geactualiseerde bronnenanalyses. Er wordt onderscheid gemaakt in maatregelen tussen gebieden met een fosfaatproblematiek (zoals infiltratiegreppels en beteelde bufferzones) en gebieden met een stikstofproblematiek (waar stikstofkorting wordt toegepast, afhankelijk van het ‘doelgat’, met een maximum van 20 procent). NAJK ziet het gebruik van actuele data en een duidelijker onderscheid tussen fosfaat en stikstof als verbetering, maar benadrukt ook hier het belang van snelle regionale duidelijkheid.
Cosun: 'Positief dat het 8e APN inzet op doelsturing voor waterkwaliteit'
'We herkennen een aantal elementen die Cosun eerder bij de overheid heeft aangekaart en waar wij ons ook voor hebben ingezet. Het is positief dat het 8e APN inzet op doelsturing voor waterkwaliteit. Met deze insteek wordt gekozen voor een aanpak die telers meer ruimte geeft voor vakmanschap en ondernemerschap. Cosun zal de verdere uitwerking van de aanpak nauwgezet volgen, onder andere op de herziening van de bemestingsnormen. Deze normen hebben immers een grote invloed op de bedrijfsvoering en het verdienvermogen van onze leden', stelt Cosun in een schriftelijke reactie.
Cosun vindt het positief dat de minister erkent dat wanneer er door een teler wordt gestuurd op doelen, daar ook iets tegenover moet staan, zoals een uitzondering op generieke maatregelen. 'Dit sluit aan bij de agenda van Cosun, onder andere via de aanpak met N-mineraalmetingen. De huidige voorstellen gaan ervan uit dat telers op basis van metingen en bedrijfsspecifieke maatregelen de mogelijkheid kunnen krijgen tot meer stikstofgebruiksruimte en tot een uitzondering op de ‘1 oktober’-maatregel en de verplichting van 1:4 (deels 1:3) rustgewassen. Dat zien wij als positief.'
Beeld: Ruth van Schriek