
'Met gerst tussen de bieten kun je één insecticidebespuiting besparen'

„Het zaaien van gerst gebeurt vaak al op de stuifgevoelige zandkoppen om stuifschade tegen te gaan, maar nu laat meerjarig internationaal onderzoek ook zien dat gerst een rol kan spelen bij het weren van bladinsecten”, aldus De Zinger.
Voor het onderzoek werd de gerst een dag voor het zaaien van de bieten gestrooid met een dosering van 60 tot 80 kilogram per hectare. Tijdig doodspuiten van de gerst is, met het oog op concurrentie voor de bieten, belangrijk. „De gerst is doodgespoten op het moment dat de bieten ongeveer in het zesbladstadium stonden en de gerst om en nabij maximaal 12 centimeter was.”
De mooiste resultaten werden volgens De Zinger gehaald bij de zwarte bonenluis. „Begin juni was het uitgangspunt tussen de gangbare bieten (zonder gerst, red.) en de bieten met gerst ongeveer gelijk. Beide hadden lage aantallen zwarte bonenluis. Maar we zagen dat halverwege juni de kolonies zwarte bonenluizen in de bieten zonder gerst doorzetten, terwijl in de bieten met gerst de aantallen laag bleven en de kolonies kleiner waren.”
Vergelingsziekte
Wat gerst doet op de ontwikkeling van de groene perzikluis in bietenpercelen, werd door De Zinger niet behandeld tijdens de rondgang. Wel benoemde ze dat in bietenpercelen met gerst de plekken met vergelingsziekte (vergelingsvirussen worden met name overgedragen door de groene perzikluis) veel kleiner waren dan in de objecten zonder gerst. „Vergelingsziekte kon daar minder goed doorzetten. De opbrengsten waren beduidend beter dan die van de onbehandelde percelen en vergelijkbaar met de objecten waar een insecticide werd toegepast tegen luizen.”
Geur en visuele afleiding
In de onderzoeken werd niet alleen gekeken naar het effect op bladluizen, maar ook naar wat gerst kan doen op trips, bovengrondse springstaarten, aardvlooien en de bietenvlieg. Op trips werd een duidelijk een effect van gerst bemerkt: er werden minder trips waargenomen in bieten met gerst dan in bieten zonder gerst.
Maar voor de bovengrondse springstaarten werd een wisselend beeld gezien. „Begin juni waren de aantallen bovengrondse springstaarten hoger in de bieten met gerst. Maar later nam het aantal af terwijl in de bieten zonder gerst het aantal bovengrondse springstaarten alleen maar toenam.” Op wat dit effect mogelijk kan verklaren, heeft De Zinger (nog) geen antwoord. Ook op de bietenvlieg heeft gerst enig effect volgens de onderzoeker: in percelen met gerst werden minder bietenvliegeitjes aangetroffen dan in percelen zonder gerst. Op aardvlooien had de gerst een licht effect: er werden iets minder aardvlooien waargenomen in de percelen met gerst.
Volgens De Zinger kunnen insecten door de gerst de bieten moeilijker vinden. „Dat kan door de visuele afleiding, maar ook vanwege de geur. Wanneer er andere planten tussen de bieten staan, kunnen insecten de bieten minder goed ruiken en terugvinden. Daarnaast kan de gerst een barrière vormen waardoor insecten zich minder gemakkelijk van de ene naar de andere plant kunnen verplaatsen.”
Tekst: Renske van Valburg
Beeld: Renske van Valburg