Strokenteelt als methode beter bodembeheer

Beeld vanuit een drone op de strokenteelt tussen Almere en Zeewolde. Foto: ERF bv en Flevolandschap

Wageningse onderzoekers testen op proefvelden en praktijklocaties in Lelystad, Wageningen en Almere het effect van strokenteelt op de bodem en de teelt. Volgens onderzoeker Dirk van Apeldoorn is de methode in de praktijk werkbaar. ERF bv heeft praktijkvelden op een oppervlakte van 50 hectare bij Almere/Zeewolde. Het project is deel van het bodemprogramma Beter Bodembeheer.

Van de weg af gezien vallen de stroken in het akkerbouwgebied tussen Zeewolde en Almere al op, vanuit de lucht temeer (zie foto ERF bv en Flevolandschap). In Almere werken de praktijkonderzoekers met stroken van 6, 12 en 24 meter breed. GPS maakt andere vormen van mengteelten op termijn mogelijk. Van Apeldoorn noemt als voorbeeld ‘pixel-cropping’, een mix van willekeurig verdeelde blokjes gewas van ieder 50 bij 50 centimeter.

Vooralsnog richt de kennisontwikkeling zich op de stroken. De onderzoekers verwachten weerbare systemen, die plagen minder kans geven zich uit te breiden en die natuurlijke vijanden een schuilplaats bieden.

In het onderzoek liggen de rotatie gras klaver – kool – ui – aardappel – tarwe – peen en in een ander experiment onderzoekt het team gewaspaartjes kool – tarwe , peen – ui , aardappel – gras klaver. Testen verbeteren en inpassen in de praktijk zijn doelen. Daarom zoekt Beter Bodembeheer ook de dialoog met telers, internationale ervaringen en maakt het team publicaties of doet excursies.

Het programma startte in januari 2017 en loopt door tot eind 2020. WUR, Louis Bolk Instituut, ERF bv en Biohuis zijn betrokken.