Akkerbouw van Toen: Kweek bestrijden

Elytrigia repens of in gewoon Nederlands ‘kweek’. Deze vervelende infiltrant op de akkers was voor de redactie van De Veldpost aanleiding om er begin mei 1902 - onder de kop Hoe bestrijdt men kweek? - bijna een hele kolom aan te besteden. De kweek behoort tot de lastigste onkruiden op onzen akker, die in sommige gevallen moeilijk te bestrijden is, zo begint de auteur van dienst toentertijd. Beknopt doch volledig wordt de kweek aansluitend nog maar eens nader geduid. De kweek heeft een onderaardsch stengeldeel, dat oppervlakkig veel op wortel gelijkt; men noemt het een wortelstok en juist van die onkruiden, welke zich door middel van wortelstokkenkunnen voortplanten, heeft men het meeste te duchten.
Maar uiteindelijk is de ultieme vraag: Hoe kom ik er van af? De geheele verwijdering van die wortelstokken van het kweek uit onze bouwgronden is vaak een moeilijke zaak, wat trouwens met eenige volharding volstrekt niet tot de onmogelijkheden behoort. De meening dat kweek niet te bestrijden is, is geheel ongegrond. Dat is mooi gezegd, maar hoe dan? Een eerste bestrijdingsmiddel is, in het najaar, als de vrucht van het veld is, de wortelstokken met een egge bij elkaar halen en van het veld verwijderen. Hiervoor is het best te gebruiken de kweekegge, voorzien van eeningszins gebogen tanden, die de kweekdraden, zooals men de wortelstokken in de praktijk algemeen noemt, uit den grond haalt en ze voor de eg verzamelt.
Omdat toch niet alle delen van het land verwijderd zullen en kunnen worden, is er volgens de deskundigen meer actie gewenst. Al heeft men dan ook het stoppelveld zoo gezuiverd, bij een keer blijkt dit geen afdoend middel ; het volgend voor jaar zullen de kweekplantjes zich weer vertoonen.
Maar wat uiteindelijk te doen met al die bijelkaar verzamelde schadelijke kweekdraden? Als men ze verbrandt zijn ze van zelf onschadelijk ; ze zorgeloos naar de mestvaalt verwijzen is in geen geval raadzaam ; men brengt ze dan weer naar den akker ; menige knoop heeft nog levensvatbaarheid en men kweekt dus zoodoende zelf de kweek. Het enige wat blijkbaar helpt is uitdrogen. De kweekdraden zijn alleen onschadelijk als ze geheel uitgedroogd zijn en dan kunnen ze door een composthoop worden gewerkt. Maar men houde wel in het oog, dat men zich in dat totaal uitdrogen zoo op ’t eerste gezicht wel eens kan vergissen. Dan rest nog maar een ding; de fik er in! Veel veiliger is het dan ook ze maar te verbranden, dit is in elk geval de zekerste weg, te meer, daar de bemestingswaarde niet zoo bijzonder hoog is.