
Onkruidmiddelen beperken in uien is puzzel met veel stukjes

Jenneke van Vliet is projectleider in Schoon Water voor Brabant vanuit CLM Onderzoek & Advies. Als zij aan het begin van de avond in Someren de aanwezige telers en loonwerkers de demo met verschillende middelen en technieken voor onkruidbestrijding in uien laat zien, is het helder welke behandeling er het beste bij ligt: de traditionele mix van bodemherbiciden en contactmiddelen tijdens de groei van de uien.

„Alleen kan het zo in de toekomst niet meer”, zegt Van Vliet. „Middelen verdwijnen of de toepassing gaat aan banden.” De regels voor de waterkwaliteit, zoals de Kaderrichtlijn Water die aanscherpt, zullen op zijn minst de aantallen bespuitingen lager stellen, soms ook milieubelastende middelen verbieden, zeker in waterwingebieden. Christoffel den Herder van Ceres Horti Advice en Richard Paalman van Delphy bekijken met de groep daarom kritisch de alternatieven die dan logisch lijken.

Gangbare bopdemherbiciden en contactmiddelen in het seizoen vormen samen de basis van de huidige aanpak van onkruiden in uien. Omdat werkzame stoffen uit die middelen teruggevonden worden in oppervlakte- en grondwater, zoeken deelnemers in Schoon Water voor Brabant naar vermindering van middelengebruik met de Spotsprayer of chemievrij onkruid bestrijden met, in dit geval, een cameragestuurde schoffel. Dat enkel mechanisch werken moeilijk is bewijst de demo: het lukte niet om steeds in het juiste stadium het onkruid weg te schoffelen. De toestand in de enkel mechanisch behandelde uien is vrij dramatisch.

De grond, het zuidoostelijke zand, is zeer onkruidgevoelig. Dat maakt werken met minder middel een uitdaging. Als je alles met de hand zou doen, levert dat 200 tot 300 uur handwerk op per hectare uien. Den Herder en Paalman denken dat een slimme mechanische strategie dat mogelijk terug kan brengen tot veel minder dan de helft. Dat zal voor betaalbare uien ook nodig zijn. Verminderen van middelengebruik door na de behandeling met bodemherbiciden de Spotsprayer in te zetten, geeft een acceptabel beeld, hoewel het al duidelijk meer onkruid laat groeien. Mogelijk is er minder remming van de uien door pleksgewijze inzet van contactmiddelen. Het onkruid zal hoe dan ook de opbrengst wat verlagen.

De discusie gaat al snel over wat de wiedeg en andere technieken kunnen toevoegen op deze grond. Drie keer wiedeggen is op deze grond onvoldoende. Den Herder zegt dat de teler daarom liefst zelf over een wiedeg moet beschikken. Zodra het dan kan, is de inzet mogelijk. Loonwerkers kunnen met schoffelmachines en Spotsprayers komen. De deskundigen zijn het heel erg met elkaar eens, als het nieuwe robottechniek betreft. Gebruik van lasertechniek, elektrische schoffels of heet watersprayers en andere robotinnovaties kan handwerk sterk reduceren. Dat zal nodig zijn om doelen te halen voor waterkwaliteit met behoud van de uienteelt op onkruidgevoelige, lichte gronden.
Den Herder bespreekt nog wat andere ideeën, die hij kent uit de biologische teelt. Zo kan je de onkruiden in de uien - denk dat dit gebeurt in het net opkomende stadium - met een hittebehandeling afbranden. De ui heeft een groeipunt dat in de grond zit. Daar komt hij uit terug. „Is er genoeg vocht, dan worden de uien niet ver teruggezet en is het resultaat ook een gelijkmatiger stand.” Vanaf het eerste pijpje kan de schoffel erdoor. Een zeer gelijkmatig werkende schoffel, die steeds dezelfde diepte aanhoudt, kan nieuwe onkruidkiemers beperken, weet Den Herder. Wortelonkruiden, straatgras, distels en kamille blijven lastig in de niet-chemische aanpak. Een andere truc is de Cambridgerol gebruiken voor de uienzaai. Omdat de grond dan stugger is, vergemakkelijkt dat het latere wiedeggen.
Er komen nog meer vragen uit de groep. Werkt bijvoorbeeld een vals zaaibed voorafgaand aan de uien? De adviseurs vragen zich af, hoeveel tijd daarvoor is. Vroeg zaaien is een andere wens van de uientelers, die niet samengaat met een rondje vals zaaibed. Voor het kiemen heeft de ui relatief weinig temperatuur nodig, wat juist een groeivoorsprong in het voorjaar kan betekenen. Kost het wiedeggen geen planten? Den Herder zegt dat als dat goed gebeurt, de schade beperkt wordt tot een paar procent van de jonge uienplantjes. Economisch is dat nauwelijks te voelen.

De Spotsprayer is aanwezig op de telersavond. De middelenbesparing in de eerste ronde onkruidbestrijding is 50 procent, schatten de adviseurs. In de tweede ronde scheelt het minder. Middelen zijn duur, zodat deze techniek bij tientallen procenten besparing, toch al redelijk mee kan doen.

De camerageleide schoffel kan tot een paar centimeter dicht op het gewas werken. Hier is de timing dus cruciaal. Om te leren wat er kan is de demo aangelegd, stelt Paalman. „Het is geen proef. Je krijgt er wel een beter gevoel bij.” De schoffel is snel in te stellen. Telers kunnen de techniek niet aanschaffen met subsidie. Wat wel kan, vertelt Van Vliet, is tot 50 procent van de huur van mechanische onkruidbestrijdingswerktuigen vergoed krijgen. Zo is de drempel om te experimenteren lager. Robots zullen volgens de adviseurs niet alle onkruidproblemen 100 procent oplossen. Ze zullen wel een enorme drempel weghalen, verwacht Den Herder.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes