
De juiste groenbemester kiezen: waar moet je op letten?
Verbeter bodemstructuur, bind stikstof, beperk uitspoeling en onderdruk onkruid

1. Doel van de groenbemester
De eerste en belangrijkste stap is het vaststellen van het doel van de groenbemester. Mogelijke doelen kunnen zijn:
- Bodemstructuur verbeteren
Diepwortelende soorten, zoals bladrammenas of gele mosterd, dringen verdichte lagen open. In mengsels worden deze vaak gecombineerd met oppervlakkiger wortelende soorten, zoals klavers of facelia, waardoor een bredere verbetering van de bodemstructuur ontstaat. - Stikstofbinding of -vastlegging
Vlinderbloemigen, zoals wikke en Alexandrijnse klaver, kunnen stikstof uit de lucht binden. Door deze in een mengsel op te nemen met niet-vlinderbloemigen, zoals grasachtigen of kruisbloemigen, kan er zowel stikstofaanvoer als stikstofvastlegging plaatsvinden. Dit beperkt de risico’s op uitspoeling. - Organische stof opbouw
Mengsels leveren een meer diverse en vaak grotere biomassa dan monoculturen. Verschillende plantdelen (wortels, stengels, bladeren) dragen bij aan een evenwichtige toename van organische stof met een gunstige C/N-verhouding voor de bodem. - Onkruidonderdrukking
Een snelgroeiend mengsel zorgt voor een gesloten gewas en biedt concurrentie tegen onkruid. Door soorten te combineren met verschillende groeisnelheden en bladbedekking wordt de bodem snel afgedekt. - Nematodenbestrijding
Sommige groenbemesters, zoals Tagetes of specifieke rassen van bladrammenas, werken tegen schadelijke aaltjes.
2. Voordelen van mengsels ten opzichte van monoculturen
Mengsels van groenbemesters worden steeds vaker gezaaid. Ze bieden verschillende voordelen:
- Multifunctioneel
Door soorten te combineren kunnen meerdere doelen tegelijk worden bereikt: bodemstructuur verbeteren én stikstof vastleggen, onkruidonderdrukken én aaltjes bestrijden. - Risicospreiding
In een monocultuur is het risico groter dat een ziekte, plaag of slechte weersomstandigheden het hele gewas aantast. In mengsels is de kans groter dat een deel van de soorten goed tot ontwikkeling komt. Ook zijn mengsels beter bestand tegen extreme weersomstandigheden. Wanneer bijvoorbeeld een droogtegevoelige soort slecht groeit, kan een droogtetolerante soort in het mengsel die rol overnemen. - Biodiversiteit stimuleren
Mengsels dragen bij aan de biodiversiteit in het bodemleven en bevorderen natuurlijke vijanden. Door bloeiende componenten te kiezen, is het ook gunstig voor de bestuivers in de omgeving. - Betere benutting van bodemlagen
Verschillende worteldieptes zorgen ervoor dat het hele bodemprofiel benut wordt. Diepe wortels breken verdichte lagen open, terwijl ondiepe wortels zorgen voor fijne kruimelstructuur aan de bovenkant.
3. Bouwplan en gewasrotatie
Het bouwplan en de gewasvolgorde zijn bepalend voor de geschiktheid van een groenbemester of mengsel:
- Teelttechnische inpassing
Sommige soorten in mengsels zijn winterhard en moeten in het voorjaar worden vernietigd, terwijl andere soorten vanzelf afsterven. Dit heeft invloed op de werkwijze en planning van mechanische bewerkingen of chemische toepassingen. - Afwisseling in families
Bij mengsels is het belangrijk om te letten op de gewasfamilies, vooral om ziektedruk te beperken. Vermijd bijvoorbeeld een mengsel met kruisbloemigen wanneer het hoofdgewas ook een koolgewas is i.v.m. ziekteoverdracht. - Zaaitijd
Mengsels kunnen succesvol worden gezaaid tot laat in het seizoen, mits er snelle groeiers zoals facelia of gele mosterd in zitten. Voor latere zaai is het raadzaam om mengsels te kiezen met soorten die goed kiemen bij lagere temperaturen.
4. Grondsoort
De grondsoort beïnvloed de effectiviteit van groenbemesters:
- Zandgronden
Hier is stikstofuitspoeling een groot risico. Mengsels met veel biomassa en stikstofbinders zijn hier gunstig. - Kleigronden
Structuurverbetering is belangrijker. Diepwortelende soorten in mengsels zijn hier zeer waardevol.
5. Ziekte- en plaagbeheersing
Groenbemesters kunnen helpen bij het reduceren van ziekten en plagen:
- Aaltjes
Mengsels waarin resistente soorten zijn opgenomen, kunnen het risico op opbouw van schadelijke aaltjespopulaties verlagen. Denk aan Tagetes tegen het wortellesieaaltje of een resistente bladrammenas tegen het bietencysteaaltje. - Schimmels
Door spreiding van gewasfamilies in een mengsel kan het risico op bodemgebonden schimmels afnemen, doordat specifieke waardplantrelaties worden onderbroken. - Slakken
Naast een fijn zaaibed bereiden, kan er vlas gebruikt wordt in een mengsel zodat deze minder interessant is voor slakken. Hierdoor wordt de populatie slakken gereduceerd.
6. Wet- en regelgeving
- GLB en eco-regelingen
In het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) leveren groenbemesters extra punten en waarde op binnen de eco-regelingen. Voorwaarde is dat de groenbemester lang genoeg op het perceel blijft staan. - Vanggewasverplichting
Op zand- en lössgronden in Nederland geldt een verplichte teelt van vanggewassen na een bepaalde hoofdteelt. Hierbij is de keuze beperkt tot een lijst met volgteelten of groenbemesters die stikstofuitspoeling verminderen.
Toegevoegde waarde groenbemesters
Mengsels van groenbemesters bieden duidelijke voordelen ten opzichte van monoculturen. Ze combineren de sterke eigenschappen van verschillende soorten en maken het mogelijk om meerdere doelen tegelijk te behalen: van bodemverbetering tot stikstofbinding en van aaltjesbeheersing tot onkruidonderdrukking. Bij het kiezen van een groenbemestermengsel is het belangrijk om te kijken naar het bouwplan en teelttechnische mogelijkheden. Zo wordt de groenbemester een waardevolle investering in de gezondheid en weerbaarheid van de bodem.
Tekst: FarmPlus
Beeld: FarmPlus