
BOS-systeem puzzelstukje in beheersing valse meeldauw in uien

Vroege sporen en besmet uitgangsmateriaal zorgen voor een lastige uitgangssituatie. Ziektedruk zorgt voor een hoge impact op opbrengst per hectare. De lange droge periode in het groeiseizoen heeft in 2025 een explosieve uitbraak van valse meeldauw voorkomen. „Vanaf dit jaar wordt er daarentegen weer twee keer spuiten met Fandango in het spuitschema afgesnoept. Binnen de wettelijke kaders van zeven keer spuiten is dat in ieder geval krap. Vooral als er vroeg besmettingen zijn”, vertelde Erwin Boogaard, teeltspecialist akkerbouw bij Agrifirm. Hij gaf aan dat er wel gewerkt wordt aan nieuwe toelatingen. „Met weliswaar iets minder sterke werking, maar die wel passen in het schema.”
Bij proeven in Lelystad wordt er een middelenvergelijk gemaakt met elf verschillende strategieën. Daarbij is geprobeerd om geforceerd valse meeldauw in het perceel te krijgen. „Dat heeft gewerkt. De laatste veertien dagen is het hard gegaan. We gaan wel verschillen zien, waarmee we onze adviezen ook weer aan kunnen scherpen.”
Betrouwbaarheid van voorspelling
De vraag is moet je wel elke week spuiten om te voorkomen dat de uien besmet raken met valse meeldauw. Volgens Boogaard zou een BOS-systeem net als met phytophthora in aardappelen ook voor valse meeldauw in uien meerwaarde hebben. „Alleen zien we wel dat de aanbieders iets minder betrouwbaar zijn dan bij phytophthora. Bovendien is de lange incubatietijd van valse meeldauw lastig en is het moeilijk om dauw/nat te voorspellen. En daar draait het nou juist in valse meeldauw om.”
Agrifirm heeft daarom ingezet op de ontwikkeling van een eigen BOS-systeem. Dit jaar begint de coöperatie met proeven. Daar wordt een doorspuitschema vergeleken met het ‘eigen’ BOS-systeem en een andere aanbieder. Dit wordt gedaan in combinatie met het bladnatmodel van Wageningen UR. „In mijn ogen is dat laatste de missing link.”
BOS-model in de praktijk beproefd
Een 25-tal telers doet dit jaar ervaring op met het BOS-model. Ook wordt er getest op de proeflocaties in Valthermond, Lelystad, Colijnsplaat en Angeren. „Belangrijk is ook om te kijken naar de bron van de sporendruk. In plantuien zagen we al vroeg valse meeldauw. Bij een bezoek aan een biologische teler zag ik een besmetting eind mei als een olievlek uitbreiden. Die heeft natuurlijk ook geen middelen voor handen. Gangbare uientelers hebben nauwelijks hoeven spuiten. Misschien dat we dit seizoen met de inzet van het BOS-systeem wel die maximale zeven keer kunnen halen”, blikt Boogaard alvast een voorzichtig vooruit.