
“Hoe groter de oogst, des te belangrijker de kwaliteit!”

“Alle seinen staan op groen voor een hoge opbrengst”, begint Kees Jacobs zijn verhaal. “In de meeste teeltregio’s staan de uien er goed bij en zijn ze tot nu toe voorspoedig gegroeid. Met misschien een uitzondering voor percelen in Zeeland waar men niet kon beregenen. In die provincie vielen ook de opbrengsten van plantuien soms niet helemaal mee. Maar het grote plaatje is zonder meer positief.”
Alert op bladvlekkenziekten
Tegen de achtergrond van de opbrengstverwachting zal de kwaliteit van de uien komend afzetseizoen van grote invloed zijn op de marktkansen, verwacht de teeltadviseur van Syngenta Seeds. “Het is nu zaak om de teelt netjes af te ronden en straks zorgvuldig te oogsten. Er zijn tot nu toe geen grote calamiteiten gebeurd maar oplettendheid blijft gewenst. Zo zijn sommige telers toch weer verrast door trips. Zwaar aangetaste percelen herken je vaak al vanaf de weg door de grijze kleur. Uienpercelen naast graan, graszaad of luzerne zou ik goed in de gaten houden want daar kunnen enorme zwermen vanaf komen bij de oogst.” Ook bij de schimmelziektes is het tot nu toe vrij rustig gebleven. Maar ook hier past een waarschuwing, stelt Jacobs. “Met de valse meeldauw valt het tot nu toe mee en de telers zijn hier volgens mij voldoende alert op. Maar in deze tijd van het jaar met regelmatig dauwnachten is er altijd dreiging. En we krijgen nu ook de periode waarin de bladvlekkenziekten zich gaan roeren. Ik denk dan vooral aan de Botrytis die je herkent aan de lesies (stippels) op het blad en de stemphylium met z’n zwarte langgerekte oogvormige vlekken. Telers mogen niet vergeten om hun middelenmix aan te passen op deze schimmels.”
Strijken en oogsten
Een teeltmaatregel die van grote invloed is op de bewaarbaarheid van de uien is de MH-bespuiting. “Mijn inschatting is dat de MH er op de meeste percelen al op ligt”, vervolgt Jacobs.
Roijen bij 50% afgestorven loof, dat is nou eenmaal het beste moment voor een mooie kleur op de ui”, verzekert de uienexpert. “Klap de uien op een hoogte van een vuist boven de laatste vertakking. Dan heb je een goede schoorsteen om het vocht krijt te raken.” Ook bij het rooien moet alles er op gericht zijn om een optimale kwaliteit van de ui te behouden. “Zorg dat de rooias diep genoeg loopt en matig de snelheid van de rooitrekker. Dat zorgt er voor dat de ui geen al te harde klappen krijgt.”
Over een veldperiode verschillen de meningen, weet Jacobs. “Ik zou zelf de uien zo snel mogelijk binnen willen hebben maar als het veilig weer is kun je ze een poosje in het zwad laten liggen. Wees wel alert op zonnebrand; dat risico wordt nogal eens onderschat, zie ik in de praktijk. Ik zou sowieso niet laden bij felle zon want de warme plekken van de ui zijn gevoelig voor mechanische schade. Dat geldt zeker voor het deel van de ui dat onder de grond heeft gezeten. De kans op zonnebrand is trouwens het grootst op donkere grondsoorten zoals in de Veenkolonien.”
Belangrijke vuistregels
Aan het eind van zijn verhaal roept Jacobs nog twee belangrijke vuistregels in herinnering die elk een steentje bijdragen aan een gezonde afsluiting van de teelt. “Stop met beregenen zodra de uien gestreken zijn. Het zorgt alleen maar voor een schimmelklimaat. En ga door met ziektebestrijding tot twee weken voor het rooien. Dan krijgen late schimmelinfecties geen kans.”